17 8 VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. ren, werd verzocht bij te dragen in de kosten voor bedoelde bemiddeling. Door ieder dier Gemeenten werd een bijdrage van f 10.— gegeven. Commissie voor de beoordeeling van het zedelijk gedrag van personen met een strafvonnis, die in Gemeentedienst willen treden. Om als tijdelijk-werkman in dienst der gemeente te wor den aangenomen, was bepaald, dat een bewijs van goed ze delijk gedrag moest worden overgelegd. De verschillende takken van dienst gingen echter tot dusver bij het beoordeelen van het zedelijk gedrag van als werkman aan te nemen personen niet naar dezelfde be ginselen te werk, met het gevolg dat personen met een strafvonnis in vele gevallen* geweigerd werd als tijdelijk- werkman in dienst te treden. Ook omtrent werklieden in lossen dienst werd niet naar dezelfde beginselen te werk gegaam Aangezien de plaatsing van gemeentewerklieden zoo goed als geheel bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs geconcen treerd is, meenden Burgemeester en Wethouders in elk geval ook de Arbeidsbeurs te betrekken in het oordeel over het zedelijk gedrag van personen met een strafvonnis, ter wijl het eindoordeel behoort te berusten bij een Commissie, waarin ook de Directeur <der Arbeidsbeurs zitting zal hebben. Het eenvoudigst werd gevonden ook dit stelsel toe te passen voor alle werklieden die zich voor gemeentedienst aanmelden. De taak dezer Commissie zal zich niet behoeven te be perken tot werklieden, maar kan zich ook uitstrekken over al het andere personeel, dat door tusschenkomst van de Arbeidsbeurs in gemeentedienst wordt aangesteld. Ten einde alzoo eenheid te brengen in de beoordeeling van het zedelijk gedrag werd, in verband met het boven staande, bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 8 Juni 1917, Ag. No. 13720/34. afd. A. een Commissie ingesteld voor de beoordeeling van het zedelijk gedrag van personen met een strafvonnis, die in gemeentedienst willen treden en bepaald, dat ten aanzien van de samenstelling en de werking de volgende regelen zullen gelden: a. de Commissie bestaat uit zes leden en kiest zelve haar voorzitter; b. drie van hare leden worden door Burgemeester en Wethouders voor drie jaren benoemd;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 827