84
I
aan W. J. A. J. v a n Z ij 1, het winkelhuis Falckstraat
No. 11, kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage,
Sectie A E, No. 3402, van 1 Mei 1918 tot en met 30 April
1919, tegen een huurprijs van f 300,
aan J. B. M. V e r h e ij d t, het perceel Molenstraat
No. 54, kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage,
Sectie D, No. 1135, van 1 Mei 1918 tot en met 30 April
1919, tegen een huurprijs van f 800,
aan J. H. Lodestijn, het perceel Rijswijkschestraat
No.155, kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage,
Sectie L, No. 2581, van 1 Mei 1918 tot en met 30 April
1919, tegen een huurprijs van f 250,
aan de Naamlooze Vennootschap „Nederlandse he
IJ zer handel, Afdeeling Ent hove n”, de pak
huizen Laan Nos. 26a en 28a met de beide opkamers en
het bovenhuis Laan No. 28, kadastraal bekend als ge
meente ’s-Gravenhage, Sectie L, No. 7406, tegen een huur
prijs van f 1025,— en een gedeelte van liet benedenhuis
Jan Hendrikstraat No. 26, kadastraal bekend alsvoren,
Sectie L, No. 1615, tegen een huurprijs van f 150,van
1 Mei 1918 tot en met 30 April 1919;
aan J. M. W a s s e r m a n, het benedenhuis Vleerstraat
No. 15a, kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage,
Sectie C, No. 830, van 1 Mei 1918 tot en met 30 April 1919,
tegen een huurprijs van f 384,
meente ’s-Gravenhage, Sectie K, No. 2604 en 2605, van 1
Mei 1918 tot en met 30 April 1919. tegen een huurprijs
van onderscheidenlijk f 330,— en f 495,— per jaar;
aan S. d e B e e r, het bovenhuis Nieuwe Haven No. 10,
kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage, Sectie
G, No. 3070, van 1 Mei 1918 tot en met 30 April 1919.
tegen een huurprijs van f 325,
aan K. B. Nieuwe n h u y s e n, het benedenhuis
Westeinde No. 284, kadastraat bekend als gemeente
’s-Gravenhage, Sectie L, No. 691, Van 1 Mei 1918 tot en
met 30 April 1919, tegen een huurprijs van f 300,—;