18 12 VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIS Aan de gebouwen hadden de gewone dagelijksche her stellingen plaats. Steeds meer blijkt de beschikbare ruimte onvoldoende te zijn voor de verpleging der zieken en de huisvesting der verpleegsters. Wegens chronisch nijpend gebrek aan plaats beantwoordt de toestand op de Kraamafdeeling volstrekt niet meer aan de eischen, die thans aan zoodanige inrichting gesteld moeten worden. De toestand is van lieverlede van dien aard geworden, dat verlangend wordt uitgezien naar verbetering. Deze zal vermoedelijk weldra tot stand kunnen komen, in verband met het in gebruik nemen van het voormalig Engelsche Ziekenhuis aan den Tapytweg, en met de, aan het, door de gemeente aangekocht perceel „Hotel Royal” Badhuisweg 58 te Scheveningen, te geven bestemming, waaromtrent bereids voorstellen door mij zijn ingediend. De huisvesting der zusters eischt eveneens dringend uit breiding en hier en daar verbetering. Thans zijn hare slaapplaatsen vrijwel door het geheele gebouwen-complex verspreid en zijn de zusters op 8 verschillende plaatsen ondergebracht Deze verspreide ligging der slaapplaatsen brengt groot ongerief mede. Tengevolge van den eenigszins verkorten arbeidsdag breidt het aantal verpleegsters zich nog steeds uit. De vraag, hoe dat steeds groeiende getal behoorlijk onder dak te brengen, eischt ernstige Aandacht. Ook hieromtrent zijn reeds maatregelen voorgesteld, die m i. getroffen dienen te worden. houdster Mej. W. M. Mell, met ingang van 1 Augustus tot hulphuishoudster Mej. J. H. Groeneyk en met ingang van 1 September tot portier J. C. Heggelman en tot hulpportier P. A. Schatteleyn. De betrekking van portier was opengekomen door het neerleggen van den arbeid door den portier D. Sluiter op 1 Juli. De Eerste Adjunct-Directrice A. C. Manden, die den 17e Mei 1895 als zoodanig in functie trad en het Gemeenteziekenhuis gedurende bijna 23 jaar uitmuntende diensten heeft bewezen, werd ingevolge haar verzoek eervol van hare taak ont heven met ingang van 1 Mei. Van dien datum af werd aan den waarnemenden Geneesheer-Directeur (voor zooveel betreft het geneeskundig gedeelte) Dr. J. Schoemaker ook de tijdelijke directie opgedragen voor het huishoudelijk- eu administratief gedeelte, zoodat deze van dien dag af belast was.met de volledige directie. De waarneming der betrekking van Eerste Adj.-Directrice werd tijdelijk opgedragen aan de oudste der hoofd verpleegsters Mej. A de Boer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 876