18
16
VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIS.
Bij de indiening der rekening van het Gemeenteziekenhuis
over 1918, heb ik de eer op te merken, dat, wijl in dat
jaar de boekhouding voor het eerst op commerciëelen
grondslag werd gevoerd, het zeer moeielyk is eene ver
houding aan te geven tot de uitkomsten van het daaraan
voorafgaande jaar.
Tot en met 1917 toch werd by de vaststelling dier
uitkomsten geen rekening gehouden met kapitaalsrente,
afschrijving van gebouwen, kosten van onderhoud van
gebouwen, e. d.
Het geraamde tekort voor 1918, bedragende f 159.328,64
werd met het belangrijke bedrag van f 440.726,73'/2 over
schreden, waartoe verschillende oorzaken hebben mede
gewerkt.
Het totaal der baten bedroeg, de buitengewone ontvang
sten niet mede gerekend, f 551.106,7472 of f 115.590,2ó'/2
minder dan geraamd was
Wat betreft de art. 1, 3 tot en met 6, zij opgemerkt,
dat deze van niet te voorziene omstandigheden afhankelijk
zijn en derhalve beduidend van de begroote bedragen
kunnen afwijken; zoo bleef art. „Opbrengst verpleeggelden”
f 122.575,87’/2 beneden de raming. Een bykomende oorzaak
hiervan is, dat toen deze begrooting werd opgemaakt, nog
niet kon worden voorzien welke bedragen het nieuwe
sub-artikel „Verpleeggeld gedeeltelijk voor rekening der
verpleegden en gedeeltelijk voor rekening van het Burgerlijk
Armbestuur” zou opbrengen. Overigens brachten de artikelen
„Opbrengst Entreegelden” f2.370,„Opbrengst Rouwkamer”
f 606,25, en de bij Raadsbesluit van 21 Januari 1918 met
f 3.100,verhoogde post „Opbrengst Poliklinische behan
deling en vestiging Hoofdpost” f 1.184,50 meer op, wegens
Poliklinische behandelingen ten laste van den Gemeentelijken
Geneeskundigen Dienst, waarop bij het opmaken der begroo
ting niet gerekend was.
De lasten bedroegen in totaal, de buitengewone uitgaven
niet mede gerekend, f 1.151.162,12 of f 321.536,48 meer dan
geraamd was. De oorzaak hiervan is hoofdzakelijk de alge-
meene duurte.