87
aan het Best uur der Federatie „Den Haag”
derSociaalDemocratischeArbeiderspar-
t ij, liet perceel Rembrandtstraat No. 316, kadastraal be
kend als gemeente ’s-Gravenhage, Sectie A E, No. 4040,
van 1 Mei 1918 tot en met 30 April 4919, tegen een huur
prijs van f 275,
aan Me j. K. J. Bakker, het bovenhuis Veenkade No.
105, kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage, Sec
tie O, No. 7642 gedeeltelijk, van 1 Mei 1918 tot ep met
30 April 1919, tegen een huurprijs van f 250,
aan J. W. van Daal hof f, het perceel Vleerstraat
Nos. 32/34, kadastraal bekend als gemeente ’s-Graven
hage, Sectie C, No. 4207 gedeeltelijk, van 1 Mei 1918 tot
en met 30 April 1919, tegen een huurprijs van f 700,
aan L. P r i n s, het benedenhuis Nieuwe Haven No. 8,
kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage, Sectie
G, No. 3070, van 1 Mei 1918 tot en met 30 April 1919,
tegen een huurprijs van f 500,
aan H. L. Z w e e g m a n, het perceel Vleerstraat Nos.
28/30, kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage,
Sectie C, No. 4207 gedeeltelijk, van 1 Mei 1918 tot en met
30 April 1919, tegen een huurprijs van f 400,
aan Mej. M. Zwarenstein, het bovenhuis Falck-
straat No. 9, kadastraal bekend als gemeente ’s-Graven
hage, Sectie A E, No. 3402, van 1 Mei 1918 tot en met
30 April 1919, tegen een huurprijs van f 300,
aan de Naamlooze Vennootschap Onderlinge
Spaar- en Inkoopvereeniging „Ons V o o r-
d eel”, de perceel en Weststraat Nos. 101, 103, 105 en 107,
kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage, Sectie
A H, Nos. 1851,1852, 245 en 249, van 1 Mei 1918 tot en met
30 April 1921, tegen een huurprijs van f 550,per jaar;
aan C. A. V o s, de stal met koetshuis aan den Flu-
weelen Burgwal No. 26, kadastraal bekend als gemeente
’s-Gravenhage, Sectie G, No.3912 gedeeltelijk, van 1 Mei
1918 tot en met 30 April 1920, tegen een huurprijs van
f 850,— per jaar;