I P 29 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 18^ organisatorisch verband, de menschelijker wijs gesproken volkomen waarborgen geeft eener juiste verdeeling der middelen, al naar de omstandigheden toelaatbaar doen zijn. En het is zeker niet het minst hier aan te danken, dat ondanks het groot aantal aanvragen, te weten over een tijdvak van thans veertien maanden gemiddeld drie ten behoeve van 49000 verblijfhoudenden in de Gemeente, om zoo te zeggen geen klachten den dienst meer bereikten, nadat het geschil met de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst tot een oplossing was gekomen. Daarnaast is een tweede bijzonderheid van den opzet, die hierin bestaat, dat onder uitschakeling der attesten misère door den dienst aan den behandelenden arts de noodige inlichtingen worden gevraagd, gebleken een goede maatregel te zijn. In de eerste plaats toch is hierdoor aan de geneesheeren en vooral aan de fondsdoktoren een over- lóópen der spreekuren door rantsoenbegeerigen bespaard geworden, maar vervolgens werd hun de gelegenheid ge boden om, zonder gevaar voor verstoring der goede ver standhouding met hunne patiënten, zich geheel vrij over de gevallen uit te spreken, wetende, dat de controle toch stelselmatig geschiedt en derhalve alle misnoegen en teleurstelling per slot van rekening door den breeden rug van den G. D. gedragen worden. Alsnog is een derde principieel punt van den opzet hierin gelegen, dat de bemoeienissen van den G. D. zich beperken tot het geven van deskundig advies aan de be drijven, tot wier competentie de distributies behooren. Van zelf distribueeren heeft de G. D. zich zorgvuldig onthouden, teneinde aan zijn karakter van geneeskundig voorlichter der organen, met de uitvoering belast, geenerlei geweld aan te doen. De samenwerking heeft daarbij niets te wenschen overgelaten, terwijl de dienst aldoor van de verschillende distributie posities op de hoogte is gehouden. Na deze beknopte uiteenzetting der beginselen, waarop de uitvoering berust, volgen thans, onder opmerking, dat het voornemen bestaat aangaande de techniek der verrich tingen na beëindiging der rantsoeneering te rapporteeren, eenige gegevens, die den omvang der taak nader illus- treeren. De enkele dagen van Januari, waarin met de rantsoe neering een aanvang werd gemaakt, bij Februari voegende, zijn over het afgeloopen jaar 92037 aanvragen ingediend ten behoeve van 41495 personen, waarvan 81062 aanvragen voedingsmiddelen en 10971 verlichting en verwarming be troffen, terwijl in 4 gevallen een extra rantsoen zeep werd aangevraagd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 920