a 31 ’s-Gravenhage, Maart 1919. Dr. G. W. BOLAND. De Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst, VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 18 verlichtings- resp. verwarmingsmiddelen zijn aangevraagd, die slechts gedeeltelijk en dan vaak nog in zeer beperkte mate konden worden toegestaan. Het aantal relatieve weigeringen is dan ook hoog, zonder dat het op het oogenblik mogelijk is hieromtrent de juiste gegevens te verstrekken. Onderzocht werden 35814 maal huiszittende zieken, waar onder alle personen van 70 jaar en daarboven gerekend zijn en 42750 maal loopende patiënten, die in het Centraal bureau zijn gecontroleerd en waarvoor op drukke dagen tot 9 uur n.m. zitting is gehouden. De gemiddelde termijn, waarvoor rantsoen werd toege staan, bedroeg zes tot zeven weken. De vraag der verdeeling naar geslacht en leeftijd der onderzochte personen, benevens die naar den aard hunner ziekten moet blijven rusten totdat met de algeheele statis tische verwerking van het uitgebreide feitenmateriaal een aanvang kan worden gemaakt. Slechts vinde hier ten slotte de mededeeling een plaats, dat op het gebied van ziektestatistiek, waaromtrent be houdens ten aanzien van besmettelijke ziekten ieder in zicht ontbreekt, uit deze rantsoeneeringsaangelegenheid belangwekkende gegevens te verzamelen zullen zijn, waar voor de Directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek, Mr. H. W. Methorst en Mr. P. Loosjes van het Gemeentelijk Statistisch Bureau voor zooveel noodig reeds hunne medewerking hebben toegezegd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 922