90
aan W. P. D. Some r, het perceel Keizerstraat No.
350, kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage, Sec
tie A G, No. 714, van 1 October 1918 tot en met 30 Septem
ber 1919, tegen een huurprijs van f 850,
aan P. G. F1 i p p o, het huis Nieuwstraat No. 4, kadas
traal bekend als gemeente ’s-Gravenhage, Sectie I No.
52, van 1 November 1918 tot en met 31 October 1920, tegen
een huurprijs van f 440,— per jaar;
aan L. Tobias, N. R i n d e r en I. G r n, het bene
denhuis Keizerstraat No. 364, kadastraal bekend als ge
meente ’s-Gravenhage, Sectie A G, No. 2020 gedeeltelijk,
met uitzondering van eene kamer, van 6 Augustus 1918
tot en met 30 September 1919, tegen een huurprijs, bere
kend naar f 780,per jaar;
aan P. van G u r p, het pakhuis Heemraadstraat No.
123, met erf, kadastraal bekend als gemeente ’s-Graven
hage, Sectie A G, 2681 gedeeltelijk, met uitzondering van
den beganen grond van een gedeelte van dat pakhuis,
van 1 October 1918 tot en met 30 September 1919, tegen
een huurprijs van f 350,04;
aan G. vanLeeuwen, de pakhuizen, loods, atlas en
open erf, gelegen aan de Badhuiskade en kadastraal be
kend als gemeente ’s-Gravenhage, Sectie A F, Nos. 2525,
1394,1395 en 1396, van 11 Juni 1918 tot en met 30 Septem
ber 1919, tegen een huurprijs, berekend naar f 1250,— per
jaar;
aan W. J. van T r i g t, de pereeelen Marcelisstraat
No. 66 en' Gondelstraat No. 23 met erf, kadastraal be
kend als gemeente ’s-Gravenhage, Sectie A F, No. 2281,
van 1 October 1918 tot en met 30 September 1919, tegen
een huurprijs van f 1099,20;
aan C. W. P. D o e 1 e m a n, het bovenhuis van perceel
Badhuiskade No. 13, kadastraal bekend als gemeente
’s-Gravenhage, Sectie A F, No. 2524, van 11 Juni 1918 tot
en met 30 September 1919, tegen een huurprijs, berekend
naar f 600,per jaar;