BJjlage 21
Commissie.
Algemeene beschouwingen.
Het is aangenaam dit verslag te kunnen aanvangen met
de mededeeling, dat in de maand Januari een definitief
Rapport en Voorstel betreffende de reorganisatie van dezen
dienst aan het College van Burgemeester en Wethouders
kon worden ingediend, hetwelk tengevolge had, dat de
daarin gedane voorstellen nog voor het einde van het jaar
aan den Gemeenteraad werden aangeboden en inmiddels in
beginsel zijn goedgekeurd. Deze voorstellen omvatten niet
alleen de invoering der vuilverbranding, waardoor de
tegenwoordige gebrekkige, onhygiënische en oneconomische
VERSLAG betreffende den toestand en de werking
van den Gemeentelijken Reinigingsdienst te
’s-Gravenhage over het jaar 1918.
Bij de periodieke aftreding in September onderging de
samenstelling der Commissie van Bijstand in het beheer
van den Gemeentelijken Reinigingsdienst geen verande
ring.
De Commissie bestaat alzoo op 31 December uit den heer
Wethouder A. C. A. van Vuuren als voorzitter en de heeren
Raadsleden D. A. J. Kessler, M. M. Couvée Jr., J. A. Sille-
vis L.Wzn. en J. J. van Langen als leden, terwijl als
secretaris werkzaam bleef de heer Mr. I. M. J. van Kossem,
Referendaris ter Gemeente-Seeretarie.