27 17 Gedeputeerde Staten kwam nog niet af, in verband met enkele nader bij dat College ingezonden opmerkingen en voorstellen. In verband hiermede werd de in het begin van dit jaar tot stand gekomen verordening tot tijdelijke wijzi ging en aanvulling van de Bouw- en Woon verordening, die ten doel had, eenige faciliteiten uit het definitieve con cept te vervroegen, verlengd. Onder deze faciliteiten verdient o.a. vermelding een regeling van de minimum-muurdikten in verband met de hoogten, in welke regeling op zeer tegemoetkomende wijze rekening gehouden is met praktische bezwaren tegen de vroegere voorschriften. Getracht is, met name, de toepas sing van de verschillende steenformaten naar keuze zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Ook de Verordening tegen Beperking van de Woonge legenheid, werd gecontinueerd. Bij de regeering werd aangedrongen op het nemen van maatregelen tegen speculatief laten ledigstaan van wo ningen, waarbij gewezen werd op de wenschelijkheid, hier bij onderscheid te maken tusschen oude perceelen en nieuwbouw. De behandeling van zaken, die op z.g. aktebepalingen in verband met bebouwing betrekking hebben, werd bij het Bouw- en Woningtoezicht gebracht, zoodat thans deze, in hcofdzaak privaatrechtelijke, aangelegenheden gelijktijdig en in overeenstemming met de adviezen van publiekrech- telijken aard kunnen worden afgedaan. Hoewel voor den dienst uit de samenkoppeling van bemoeiing op beide ter reinen eenige complicatie ontstond, geeft deze maatregel een noodzakelijke verbetering en vereenvoudiging van ge meentelijke administratie. De behandeling der aktezaken in binnen- en buitendienst werd opgedragen aan de ambtenaren, die ook de publiek rechtelijke zaken behandelen. De uitgaven van de voorlichtingen werd voortgezet. Een aantal onderwerpen, o.m. de zeer belangrijke vraagstukken VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1002