29 2 VERSLAG DER BRANDWEER. Uit staat K blijkt welke de minimum, maximum en ge middelde tijd is geweest, waarin de eerste hulp ter plaatse aanwezig was in verschillende wijken. In het geheel werd de Brandweer dus 1348 maal opge roepen. Het aantal baldadige alarmeeringen bedroeg dit jaar 507. Het aantal vernielde ruitjes van de brandschellen bedroeg dit jaar 257, zoodat het aantal geslaagde en niet geheel tot uitvoering gekomen baldadige alarmeeringen 764 bedroeg. Bij 642 branden is 109 maal gebruik gemaakt van buiten en binnenbraudkranen en stralen van motor- en stoom- brandspuiten, zoodat dus 83 der branden gebluscht zijn met kleine hulpmiddelen. Uit staat G blijkt dat 10 branden zijn ontstaan tengevolge van het gebruik van petroleum, de schoorsteenbranden en buitengewone branden (straatbranden enz.) niet medege- rekend 4 pCt. van het geheele aantal branden. Telt men bij de berekening van dit percentage, behalve de schoorsteenbranden en buitengewone branden, eveneens de 19 branden mede, waarvan de oorzaak onbekend is gebleven en vermoedelijk ook meerdere aan het gebruik van petroleum zijn toe te schrijven, dan stijgt het tot 4.4 pCt. 10 branden ontstonden door electriciteit, 18 branden door gas. Dit jaar had slechts één brand van meer beteekenis plaats, zooals blijkt uit de hieronder volgende „Korte be schrijving der voornaamste branden” enz. n.l. op den 6en Maart in de Oranje Kazerne, die op een klein gedeelte na een prooi der vlammen werd. Aan gemeente-eigendommen werd 25 maal door brand schade toegebracht. Voorts werd .nog in 10 gevallen een brandje in gemeente- eigendommen gebluscht zonder dat schade veroorzaakt was. Tien maal werd de hulp van de Brandweer ingeroepen voor brand in een Rijksgebouw of voor Rijkseigendommen, waaronder de brand in de Oranje Kazerne op 6 Maart. De tijd benoodigd, voordat de eerste hulp na ontvangst der brandmelding bij brand aanwezig was, heeft dit jaar gemiddeld 4 min. 38 sec. bedragen. Bij de berekening van dit gemiddelde zijn de baldadige alarmeeringen, brandgeruchten en buitengewone branden en hulpverleeningen buiten beschouwing gelaten. Voor dicht bij het Centraal Station, Hoofdposten en Posten gelegen wijken is dit tijdsverloop korter, voor de verder afgelegen wijken soms aanmerkelijk langer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1038