29 17 VERSLAG DER BRANDWEER. neeskundigen Dienst werd geconstateerd en had zich nog tot de voordeur weten te bewegen. Hier vond haar het eerst een bakkerslooper van „De Hoop”, welke aan het perceel aanbelde omdat hij rook uit het raampje van de voordeur zag komen en een brandlucht opmerkte. Hij stiet het raampje open en kon vervolgens de deur openen en zag toen de vrouw in de gang liggen. (i Maart. Zware uitslaande brand Oranje Kazerne. Door onbekende oorzaak ontstond op de zolderverdieping van de Oranje Kazerne nabij den Z.W. vleugel van het voorge bouw brand. De brand werd eerst ontdekt, toen vanuit het dak zware rookwolken en vlammen sloegen, terwijl bijna tegelijkertijd in een ondergelegen onderofficierskamer bemerkt werd, dat de zoldering begon door te branden. Voor de blussching waren aanwezig 2 motorspuiten, 3 stoomspuiten, 1 ladder wagen, 2 haspelwagens en de coupé (ingericht tot vervoer van bluschmaterieel). Niettegenstaande het vlugge inwer king stellen van dit materieel breidde de brand zich met razende snelheid uit. In hooge mate werkte hiertoe mede de bouw van de Kazerne. Deze toeh had een lengte van 92 M. bij een breedte van 75 M. De diepte der zijvleugels bedroeg ongeveer 18 M. en die van voor- en achtergebouw 13 M. Op den beganen grond, op de eerste en tweede verdieping kon men door een breede gang het gebouw geheel rondloopen. De begane grond was door poorten in twee helften gescheiden. De slaapzalen waren balconsgewijze met open middenruimten aangebracht. In eiken hoek van het gebouw bevond zich een breede houten trap, toegang gevende tot de verdie pingen, op het midden der vleugels waren eveneens der gelijke trappen aanwezig. Brandvrije afscheidingen of muren waren niet aangebracht, de zolderverdieping als het ware een rondgaande houten getimmerte, ter lengte van ongeveer 250 M. was opgevuld met kleeding, bedde- goed, wapenen, munitie enz. Het bleek dan ook weldra dat de kazerne niet te behouden was en dat overgegaan moest worden de omgeving tegen den brand te beschermen. De wind die bij den aanvang van den brand meest westelijk was geweest, draaide naar het Zuid-Westen, waardoor de huizen aan de Nieuwe Schoolstraat in het vonkenveld kwamen te liggen. Een regen van vonken daalde neer op het wapenmagazijn, het garnizoenskleedingmagazijn, op een Gemeentelijk Schoolgebouw en op de in Z.-W.-richting liggende huizenblokken. De geweren en voorzoover te bereiken de munitie werden door de militairen verwijderd, de gebouwen door de brand weer bewaakt en de daken nat gehouden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1051