29 18 VERSLAG DER BRANDWEER. I Te 10.30 mi. stond de kazerne over een oppervlakte van 4300 M2. in lichte laaie. De vrije manschappen waren tijdig opgeroepen en deden dienst als aflossers. Behalve 4 haspelwagens niet beman ning was het geheele materieel en personeel der Haagsche brandweer in actie bij den brand. Te 6 uur ’s morgens werd overgegaan tot de nablussching van de kazeruezijde op de binnenplaats. Intusschen kon een gedeelte van materieel en personeel inrukken en nadat te 3.22 n.m. van den 7en Maart ook de laatste motorspuit ingerukt was, werd de blussching nog voortgezet met eenige stralen op de waterleiding. Deze nablussching werd nog volgehouden tot ’s avonds 5.30 van den Hen Maart, daarna werd nog eenig bluschmaterieel achtergelaten ten gebruike van de militairen, die met de bewaking belast bleven. Den volgenden dag werd ook dit materieel in genomen. Bij den brand werd één brandwacht door een gedeelte neervallende kroonlijst aan den schouder gewond. 18 Maart. Zware binnenbrand in perceel Willemstraat 16a. Vermoedelijk door een vonk uit een persijzer, door houts kool verwarmd ontstond brand in de kleermakerswerk- plaats op de le verdieping. Aangezien het perceel niet bewoond was kon alleen toegang verkregen worden door de voordeur te forceeren. Met 2 stralen waarvan een op de waterleiding en een door de motorspuit werd de brand aangetast. De werkplaats brandde grootendeels uit, het dak werd op enkele plaatsen zwaar beschadigd. Doordat er water bij de aansluiting van het electrische leidingnet was gekomen, ontstond kortsluiting, waardoor bij aanraking van het dak zware electrische schokken gevoeld werden, die de blusschingswerkzaamheden bemoeilijkten. 26 Maart. Uitslaande brand in perceel Varkenmarkt 11. Door onbekende oorzaak was brand ontstaan in een berg plaats voor rijwiel-onderdeelen. Bij aankomst van de brand weer werd bevonden, dat alle deuren afgesloten waren, zoodat openbreking van de voordeur noodig was om toe gang te verkrijgen. Intusschen werd door een glazen lantaarn de brand aan de achterzijde bestreden. Nadat aan de voorzijde toegang verkregen was kon met eenige stralen het vuur, hetwelk de aangrenzende magazijnen reeds aangetast had, gestuit worden. Met 5 stralen waarvan 2 op de waterleiding en drie door de motorspuit was men het vuur in betrekkelijk korten tijd meester. Het kantoor brandde gedeeltelijk uit evenals de bergplaats waar de brand ontstaan was en het daaraan-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1052