31 2 i VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. I. Personeel. De nieuwe salarisregeling in April 1920 aangenomen had terug werkende kracht tot op 1 Januari. b. Salarieering. Het personeel bestond uit de volgende ambtenaren, met de navolgende tractementen, waarnaast de op 1 Januari 11120 ingegane tevens zijn vermeld. 0 In de tweede plaats werkt de toenemende belangstelling van de zijde van het publiek bemoedigend, hetgeen zeker in nog hooger mate het geval zal wezen, wanneer het her opende Museum aan den Korte Vijverberg die belangstel ling meer voedsel zal hebben gegeven en het contact ge makkelijker zal hebben gemaakt. a. Aanstelling, ontslag, bevordering. In de eerste maanden van het jaar kon in de eerste plaats voorzien worden in het verlies, dat de Museumdienst had geleden door het vertrek van mej. Peelen. Dit ge schiedde door de benoeming met 1 Maart van de heeren Mr. H. C. Gallois en Dr. G. Knuttel W.zn., onderscheidenlijk tot Commies en Wetenschappelijk assistent. Met 1 Juni werd het personeel in algemeenen dienst nog uitgebreid met mej. G. C. Telders als wetenschappelijk assistent en mej. E. van Ede als schrijfster. Met denzelfden datum werd bij de afd. Oud-Archief tot wetenschappelijk assistent benoemd: mej. -A. Klijnstra, cand. neerl. litt.; zij moest de plaats innemen van mej. H. A. A. Palthe, die met 1 April op haar verzoek eervol ont slag had gekregen. Haar heengaan is voor het archief zéér te betreuren. In de bijna tien jaren, dat ze in gemeentedienst was, had ze zich ontwikkeld tot een voortreffelijke kracht, waaraan het archief veel te danken heeft. Verscheidene inventarissen werden door haar vervaardigd n.l. van de archieven der buurten, der gilden en van de Sociëteit. Ook de inventaris van het archief der Haagsche Sint-Jorisbroederschap, als bijlage bij het jaarverslag over 1915 gedrukt, is in hoofd zaak haar werk. Met ingang van 5 October werd E. van Beijnum aange steld tot jongmaatje. Hierdoor is in een langgevoelde be hoefte voorzien; thans heeft de amanuensis-boekbinder A. Tuyl ook meer tijd voor het bindwerk beschikbaar. Bevorderd werd met 1 Januari 1920 mej. H. J. J. M. van Diepen, eerste klerk tot hoofdklerk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1071