31 7 VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Publicaties. e. f. Bemoeiingen van socialen aard. Het is onnoodig hier de opsomming te herhalen van de instellingen en vereenigingen in welke men mij aandeel in de leiding gegeven heeft en waarin ik tracht werkzaam te zijn in de richting, welke overeenstemt met de gedachten gang, die tot stichting van onzen Dienst heeft geleid. Men kan deze in het jaarverslag over 1918 vinden. Een zaak echter moet ik in dit verband vermelden, omdat ik het van bijzondere beteekenis acht, ook al is zij vooralsnog niet veel verder gekomen. Van het Bestuur der Openbare Leeszaal is namelijk het initiatief uitgegaan om hier ter stede te komen tot het stichten van een centrale Ontwik- In navolging van buitenlandsche musea werd besloten een, voorloopig op ongeregelde tijden, verschijnende reeks van Mededeelingen uit te geven, waarin zoowel de aan winsten der verschillende verzamelingen zullen worden aangekondigd, als ook omtrent andere zaken van belang voor de ontwikkeling van onzen Dienst kan worden be richt. Gedurende 1919 verschenen drie afleveringen (afl. 2 en 3 tezamen) met artikelen van de heeren Gallois, Moll en Knuttel en van ondergeteekende. Het lijdt geen twijfel of deze uitgave valt algemeen zeer in den smaak. Voorts werd een kleine Catalogus van het Tijd. Museum voor Moderne Kunst (Zeestraat) uitgegeven, als verbeterde uitgave van een voorloopige, die reeds bij de opening van dit Museum in 1918 gereed was. In den loop van het jaar verscheen bij gelegenheid van eene tijdelijke tentoonstel ling van de kleine etsen van M. J. Bauer, een catalogus van deze, terwijl in December ibij de opening van het Museum aan den Vijverberg een beredeneerde Gids gereed was, waarvan eenige weken later een gecorrigeerde uitgave verscheen. e. Diploma. Aan Chr. Lebeau werd opdracht gegeven een houtsnede te maken voor een diploma, uit te reiken aan ambtenaren en werklieden der Gemeente bij lang- durigen dienst. Tijdens het verslagjaar kwam dit nog niet gereed. In dit verband kan tevens worden vermeld, dat door den Wethouder van Publieke Werken herhaaldelijk met onder geteekende overleg gepleegd is over de keuze der archi tecten aan te wijzen voor den bouw der Musea (Dr. H. P. Berlage), het nieuwe Raadhuis (K. P. C. de Bazel) en het Tweede Gymnasium (J. Limburg).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1076