F 31 8 VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. g. Nieuwe ondernemingen. Reeds in 1917 was door een Commissie uit de Ingezetenen van den heer Verhaar, die liet had geconstrueerd een Planetarium aangekocht, met de bedoeling het aan het Museum ten bate van het Onderwijs te verbinden. Plaats gebrek in de slechte behuizing van het Museum was oor zaak, dat dit plan niet kon worden volvoerd, het plane tarium werd ingepakt en door den Dienst der Gemeente werken geborgen. Om het nu toch aan zijn bestemming dienstbaar te maken heeft ondergeteekende zich op verzoek van den Wethouder van Onderwijs met het zoeken naar een onderdak belast en het resultaat dezer pogingen was een voorstel aan den Gemeenteraad om ruimte in het perceel Westeinde 9 voor het planetarium beschikbaar te stellen en in te richten. In hetzelfde perceel zoude dan tevens de bureaux gevestigd kunnen worden van een Instituut voor Kunstnijverheid, dat door de Vereeniging voor Ambachts- en Nüverheidskunst zou worden in het leven geroepen en van kelingsraad, een lichaam gevormd door voorloopig enkele der voornaamste instellingen, welke de volksontwikkeling in den ruimsten zin des woords ten doel hebben, dat door centraal overleg onderlinge samenwerking op dit gebied wil bewerken, waardoor, veel meer dan thans het geval is, aanvullend en economisch kan worden gearbeid, leemten kunnen worden onder de oogen gezien en zoo mogelijk verholpen, terwijl tevens een centraal inlichtingen-bureau voor de ontwikkelingzoekende zou bestaan, dat ieder den hem meest geëigenden weg zou kunnen wijzen. Enkele vereenigingen hebben instemming betuigd maar tot een daadwerkelijk optreden is het tot nu toe niet gekomen. Ik betreur dat ten zeerste, aangezien dit inderdaad de weg is om aan de zoo verspreid en daardoor vaak oneconomisch werkende ontwikkelingsarbeid door centralisatie grooter capaciteit te geven. waarvan de vestiging hier ter stede den Gemeenteraad zooveel belang scheen, dat hij er een subsidie aan toekende. De inrichting kwam echter in het verslagjaar nog niet gereed. Evenmin kreeg een andere aangelegenheid haar beslag, welke eveneens door onzen Dienst werd aanhangig ge maakt, namelijk de bestemming van de groote hal in de voormalige Electrische Centrale te Scheveningen tot ten toonstellingsgebouw, ten behoeve van kunst- en andere tentoonstellingen. Bij de samenstelling van dit verslag is het voorstel bereids door den Gemeenteraad aangenomen en de inrichting in voorbereiding.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1077