31 15 VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. de wijze van uitvoering daarvan. Men mag dus aannemen, dat de zeer tijdroovende en vaak verre van gemakkelijke arbeid, niet te ver gebleven is beneden het gestelde doel en dat de reputatie van bet Haagsch Gemeente-Museum als die van een klein maar aangenaam museum voor goed gevestigd is. De toestand der verzamelingen is gunstig. Bij de alge- meene verplaatsing bleek natuurlijk dat verschillende herstellingen noodig waren. De heer De Wild heeft op voortreffelijke wijze wat er aan schilderijen moest worden gedaan verricht; het schoonmaken, herstellen en opstellen van het beeldhouwwerk o.a. van de twee groote gevel beelden Hercules en Flora, die jarenlang op de binnen plaats stonden, en die nu zeer goed tot hun recht komen in het voorportaal geschiedde op zeer verdienstelijke wijze door den heer Stracké. Enkele vaandels, welke veel geleden hebben zijn nog van den restauranteur van Oven niet teruggekomen. De firma Kramers herstelde enkele Lodewjjk XIII en Lod. XVI meubelen, met toepassing van oude bekleediugsstof, welke het Museum nog bezat. Verliezen en Aanwinsten. Als verliezen zouden kunnen worden aangemerkt de drie regentenstukken vain J. van Kavesteyn, J. ide Baen en C. Spinny, welke in het Raad huis zijn geplaatst, in de tweede plaats de schilderijen, welke naar het tijdelijk Museum voor Moderne Kunst zijn overgebracht. Aanwinsten voor het Historisch Museum zijn niet talrijk; medegedeeld dient vooreerst, dat de in het verslag der Commissie van Beheer over 1914 reeds vermelde schenking van de Vereeniging Arentsburg bestaande uit eene over zichtelijke verzameling uitgezócht uit de voor rekening dezer Vereeniging in Voorburg opgegraven Romeinsehe oudheden eindelijk in het Museum zijn aangekomen^ Het lange uitstel was het gevolg van het tijdroovende werk der schifting van de talrijke gevonden stukken in het Museum te Leiden. Maar de thans verkregen verzameling, toege licht door een groote plattegrond en een aantal foto’s (op glasplaten) der opgravingen, is inderdaad volkomen vol doende voor ons doel. De heer P. C. J. M. Bosboom schonk een interessante tweede helft zeventiende-eeuwsche, bekleede stoel, laats telijk afkomstig uit het atelier van den schilder Joh. Bos boom, en volgens de overlevering uit de consistoriekamer van de Groote Kerk. Het gedeeltelijk gesleten geborduurde wapen in den rug is evenwel dat van het Uegeerings- college de „Sociëteit”, waardoor de Nieuwe Kerk op het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1084