31
25
VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
11. E. VAN GELDER.
Eebr./Maart 1920.
De Directeur van den Dienst voor Kunsten
en Wetenschappen,
X. Maatregelen in het belang van den Dienst wensehelük
te achten.
Rondleidingen in het Geineente-Museum hadden uit den
aard der zaak niet plaats, evenmin Kunstbeschouwingen
en Museumlessen.
Voor het Museum voor Moderne Kunst valt alleen een
bezoek van de leden der Vereeniging Die Haghe in twee
groepen te vermelden.
Ook dit jaar werden door mij talrijke vergunningen ge
geven tot het maken van copieën van schilderijen. Verschil
lende voorwerpen werden voor wetenschappelijke doel
einden gefotografeerd. Inzendingen op tentoonstellingen
kwamen niet voor.
Speciale maatregelen, welke niet reeds in een der vorige
hoofdstukken van dit verslag zijn genoemd, en wier wen-
schelijkheid hier zou kunnen worden betoogd zijn er niet.
De Dienst is in zijn ontwikkelingstijd en zal dat moeten
blijven zoolang betere en ruimere huisvesting op de ver
wezenlijking der Museumplannen blijft wachten. De uit
voering der plannen is de eenige maatregel, die noodig is.
Ik behoef daarop echter niet meer aan te dringen. Deze
zaak spreekt voor zich zelve.