Byiage 32 VERSLAG betreffende den Koninklijken Schouwburg. van Beheer was de Aan Burgemeester en Wethouders van s-Gravenhage. Wij hebben de eer Uw College aan te bieden een verslag betreffende den Koninklijken Schouwburg over het kalender jaar 1919; in tegenstelling met ons laatste overzicht, het welk zich, uit den aard der zaak wellicht juister, over het speelseizoen 1918/19 uitstrekte, hebben wij gemeend in het vervolg het kalenderjaar tot grondslag te moeten nemen, met het oog op de plaats, welke de Schouwburg uit een financieel oogpunt als bedrijf in het Gemeentelijk beheer inneemt by dezen opzet viel niet te vermyden, een gedeelte van 1919 ten tweede male in ons verslag te betrekken. De samenstelling der Commissie volgende Voorzitter: Mr. P. Droogleever Fortuyn, als lid van het Dagelyksch Bestuur der Gemeente. Onder-VoorzitterMr. A. C. Crena de longh, als lid van den Raad der Gemeente. Leden: M. M. Couvée, als lid van den Raad der Gemeente Mr. G. A. van Haeften, lid uit de ingezetenen van ’s-Graven hage; A. Harms, als lid van den Raad der Gemeente; Dr. J. Kalf, lid uit de ingezetenen van ’s-Gravenhage; D. Peereboom Voller, lid uit de ingezetenen van’s-Gravenhage Dr. D. F. Scheurleer, lid uit de ingezetenen van ’s-Graven hage; Mr. J. D. Verbroek, als lid van den Raad der Gemeente. In den loop van het jaar trad als Voorzitter op de Burge meester, terwijl in verband met den uitslag der Raadsver kiezingen de raadsleden Mr. A. C. Crena de longh en Mr. J. D. Verbroek werden vervangen door de raadsleden W. O. A. Koster en Jhr. Mr. E. B. Wittert van Hoogland; de heer M. M. Couvée werd tot Onder-Voorzitter gekozen. Secretaris: Mr. M. van der Feen, Inspecteur der Gemeente- Belastingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1102