32 A. De verhuringen van het gebouw. b) c) d) De verhuringen van den Koninklijken Schouwburg over het tijdvak van dit jaarverslag vallen voor een gedeelte in het speelseizoen 1918 19, n.l. van 1 Januari29 Mei ’19, voor het andere deel in het speelseizoen 1919/20 en wel van 4 September—31 December ’19. Gedurende het zoogenaamde zomerseizoen werden geen voorstellingen gegeven. De huurprijs bedroeg f225,— voor de avondvoorstellingen, Zooals reeds in het voorafgaande verslag is uiteengezet, z\jn wij bij de voorbereiding van de exploitatie in het seizoen 1918/19 uitgegaan van het standpunt, dat er geen aanleiding bestond te breken met de van oudsher bestaande gewoonte èn aan tooneel èn aan opera een plaats in te ruimen. Het in onze vergaderingen naar voren gebrachte denk beeld, het op den duur daarheen te leiden, dat de Schouw burg in hoofdzaak door één vast operagezelschap en één vast tooneelgezelschap zou worden bespeeld, kon met het oog op den korten beschikbaren tijd, nog niet verwezenlijkt worden. Voor het seizoen 1918/19 werd met de Fransche Opera, directie Derue en Co., omtrent geregelde bespeling van den Schouwburg overeenstemming bereikt, terwijl verder met de verschillende Hollandsche tooneeigezelschappen, de Neder- landsche Opera, e. a. contracten werden afgesloten. In het seizoen 1919/20 werden, eenige voorstellingen van de Nationale Opera, e. a. uitgezonderd, geen opera-voorstel- lingen gegeven, aangezien de Fransche Opera Derue geen levensvatbaarheid bleek te bezitten en overigens met geen andere opera voor een geregelde bespeling van den Schouw burg eenige avonden per week, een overeenkomst kon worden aangegaan. De langdurige hieromtrent gevoerde onderhandelingen waren oorzaak, dat ook in het seizoen 1919/20 aan het bovengenoemde denkbeeld, aan één tooneel gezelschap een bijzondere positie in den Schouwburg toe te kennen, geen uitvoering kon worden gegeven. Overeenkomstig art. 6 van het Reglement op den Inwen- digen Dienst van den Schouwburg gaan wij achtereen volgens na: de verhuringen van het gebouw; den toestand van het gebouw met inventaris; de resultaten der exploitatie het personeel; de maatregelen in het belang van den Schouwburg wenschelijk te achten. 2 VERSLAG KONINKLIJKE SCHOUWBURG. e)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1103