34 24 VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIZEN. IV. Barakken Zusterstraat. den aanvang eenige moeilijkheden. Het nieuw aangenomen vrouwelijk personeel is grootendeels uitwonend; dit geniet derhalve alleen voeding vanwege het ziekenhuis. Door de vermeerdering van personeel is meerdere con trole noodzakelijk gebleken, in verband waarmede een con troleklok werd aangeschaft. Aanvankelijk mocht deze nieuwigheid zich niet in de volle sympathie van allen ver heugen, doch men heeft zich spoedig daarnaar geschikt. V. Hulpziekenhuis Slijkeinde. Bij den aanvang des jaars had het verplegend personeel van dit hulpziekenhuis nog veel van de griep te lijden, zoodat soms 30 aan den dienst onttrokken was. Hoewel sommige gevallen ernstig waren, zijn er toch geen sterf gevallen te betreuren. Groote veranderingen aan het gebouw hebben niet plaats gehad. In het zusterhuis wordt steeds meer en meer het gemis gevoeld van centrale verwarming. De warmte voorziening door middel van kachels op de gangen is on voldoende voor de ver afgelegen kamers. Overwogen werd om elke kamer door gas of electriciteit te verwarmen, het geen echter groote kosten met zich zou brengen. Dezen winter is daarom een proef genomen om alleen de koudste kamers door gas te verwarmen. Of zulks echter afdoende is, Gedurende de laatste maanden van het jaar nam het aantal roodvonkgevallen belangrijk toe, zoodat het aantal patiënten in de barakken dikwijls méér dan 100 bedroeg. Onder de zieken kwamen 11 zusters, lijdende aan roodvonk, voor. Het gebrek aan voldoende kamers om een roodvonk- patiënt afzonderlijk te kunnen verplegen werd sterk ge voeld. Het aantal (9) kamertjes in de boxbarak is veel te klein, zoodat meermalen twee patiënten in een klein ver trek moeten worden verpleegd. Het zusterhuis bij de barak ken is eveneens veel te klein, daar het slechts een 20-tal zusters kan herbergen, terwijl in de barakken ruim 100 plaatsen zijn. Voorstellen zijn gedaan en in uitvoering om de met plaatijzer gedekte barak bewoonbaar te maken en twee der andere barakken in kamers te verdeelen, zoodat deze, naar gelang de behoefte en aard der besniettelijke ziekte, door patiënten of verpleegsters kunnen worden be trokken. Hierdoor zal het mogelijk zijn de ruimte in haar geheel te benutten en een einde worden gemaakt aan den 12-urigen werkdag, welken de verpleegsters aldaar nog hebben.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1143