35 4 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. dat het z.g. Engelsche Hospitaal aan den Tapytweg tydig ter beschikking van de Gemeente kwam, gelukken mocht het aantal gevallen tot in totaal elf een in verhouding tot het aantal inwoners onzer stad klein getal te be perken. Deze gevallen waren over vijf adressen verdeeld. De drie eersten werden door geneeskundigen van den dienst waar genomen in twee toevluchten voor onbehuisden, waarna zeer ruime isolatie volgde en het voornaamste gevaar onder de geïsoleerden deed zich daarna nog een geval voor bezworen was, terwijl thans ook de aandacht der medici op het voorkomen der ziekte ter stede was gevestigd. Dank zy het tevens van kracht wordende vlektyphus- besluit kon terzelfder tijd ook krachtiger dan gemeenlijk tegen de scabiës worden opgetreden en daardoor menig lijder aan een thans gedwongen behandeling worden onder worpen. In aansluiting aan deze meer intensieve gezondheids- bemoeienis post of propter, wie zal het zeggen is het publiek er geleidelyk meer toe gekomen om voor allerlei kwesties van zuiver sanitairen aard bij den G. D. aan te kloppen. De dienst heeft zoodoende, ook in de oogen der bevolking, meer en meer het karakter van Gezondheids dienst gekregen, in verband waarmee thans de aanstelling van een geneeskundige-hygiënist in algemeenen dienst bij den G. D. in voorbereiding is. Een meer directe aanleiding hiertoe vormde het zich voordoen van gevallen van vulvo-vaginitis in het Tehuis voor Onbehuisden aan de Beijerstraat, waarover dezer dagen een rapport van de hand eener daartoe ingestelde Commissie is verschenen en waarvan de geschiedenis nog versch in het geheugen ligt. Het is nu hier de plaats niet om daarop dieper in te gaan, maar wel is het zaak nog weer eens nadrukkelijk te constateeren, hoezeer meer eenheid in de behartiging der plaatselijke gezondheidsbelangen hoogst gewenscht, om niet te zeggen, noodzakelyk is te achten, terwijl een stelselmatig toezicht op kollektieve onderkomens, inzonderheid dan by een zich sterk ontwikkelende Gemeente als de onze, almee tot de voornaamste eischen behoort. Juist, ja in het byzonder in dezen woeligen tijd, die onder veel onrust de kiem van zoo velerlei besmettingsgevaren in zich draagt en waarby, naar de nieuwere inzichten van wetenschap, de levende kontakten en in het bijzonder de overdragingen van persoon op persoon, met of zonder tusschenkomst van bepaalde insekten, boven de besmetting, afhankelyk van doode voorwerpen, te vreezen zyn: Caveant consules!

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1170