35
19
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
van
T)
V
Ti
n
n
n
3
2
6
5
2
3
1
ingesteld bij B. en W., tegen de uitspraak van de contró-
leerende geneeskundigen ter zake van de al of niet geschikt
heid voor verdere dienstvervulling.
C. 3 malen op last van B. en W. in gevallen van beroep
tegen de uitspraak van de geneeskundigen belast met de
keuring, strekkende tot ongeschiktverklaring voor een aan
stelling in Gemeentedienst.
De uitspraken der Commissie waren de volgende:
Het geval onder A vermeld, conform de beslissing
den contröleerend geneeskundige.
In de 5 gevallen onder B genoemde volgde de beslis
sing viermaal conform die van de contróleerende genees
kundigen, met dien verstande, dat in één geval na zes
maanden nadere uitspraak zou volgen, terwijl in het laatste
geval voldoende motieven bleken te bestaan om af te wijken
van de in eerste instantie gedane uitspraak.
In de drie gevallen onder O bedoeld kwam de Com
missie tot een gelijkluidende conclusie, als die van de
geneeskundigen belast met de keuring.
2. Toezicht op maatschappelijk ongeschikten.
Voor dit toezicht bereikten 116 uitnoodigingen den dienst
of 82 meer dan in 1918 en wel in hoofdzaak afkomstig van
de Politie.
Veelal ten behoeve van personen, die, door hun vreemd
optreden aanstoot hadden gegeven en dan in het belang der
openbare orde naar een politiebureau waren overgebracht.
Als gevolg van het onderzoek werden 101 personen naar
een krankzinnigengesticht verwezen, terwijl in de overige
15 gevallen de voldoende gronden ontbraken om tot obser
vaties telling over te gaan.
3. Offlcieele doodschouw.
De taak van de officieele doodschouw, waartoe de contro-
leerende geneeskundigen afzonderlijk beëedigd zyn, wordt
uitsluitend verricht op uitnoodiging der Politie.
In het afgeloopen jaar werd zy 59 maal verricht tegen
124 maal in 1918.
De oorzaak van den dood moest worden toegeschreven:
19 maal aan verdrinking.
ophanging.
schotwond.
levenlooze geboorte,
ouderdomszwakte,
hartverlamming,
gasverstikking.
overriding.