35 J 25 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. C. 2. Behandeling van schoolkinderen, lijdende aan ziekten van besmettel ij ken aard. De uitnoodiging komt van den Schoolartsendienst. Aangezien deze gevallen als regel onvermogenden be treffen, zijn ze onder de aantallen van C sub 1 onder a begrepen. Toezicht over de ziekenhuisopname in gewone niet-spoedeischende gevallen. Hiertoe zijn de opnameeontróles te rekenen, die op uit noodiging van het Burgerlijk Armbestuur geschieden en dan in tegenstelling met de spoedcontröles, die centraal voor rekening van de wachtdokters komen, afdeelingsge- wyze door de behandelende geneeskundigen worden uit gevoerd. Het aantal gevallen, dat aldus met voorkennis van het B. A. in onderzoek kwam, bedroeg in het vorig jaar 2213 tegen 2506 in 1918. Hiervan werden 317 gevallen geweigerd als komende wezenlijk niet voor ziekenhuisverpleging in aanmerking tegen 458 in 1918. In 1896 gevallen tegen 2048 in 1918 werd dus tot opname geadviseerd of te zamen met die, welke spoedshalve vanuit den Qentralen Post werden goedgekeurd, 3893 gevallen tegen 3837 in 1918, waarvan het advies overeenkomstig de aanvrage kon uitvallen. De opname was voor de gezamenlijke, hetzij direkt, dan wel door tusschenkomst van het B. A. gemelde gevallen, gemotiveerd 697 maal op grond van het besmettelijk karakter der aan doening; 2217 maal op grond van de omstandigheid, dat een bij zondere behandeling of verpleging, c.q. observatie werd noodig geoordeeld, die slechts in een inrichting kan worden gegeven en 979 maal op grond van slechte woontoestanden. Verhou- dings-cyfers, die wel duidelyk de groote beteekenis van het vraagstuk van „woning en bewoning” doen uitkomen. te verdwijnen, aangezien vanaf 1913 het recht op vrije geneeskundige behandeling aan geen ambtenaar of werkman meer wordt toegekend. Aan het recht hebbende personeel in dienst van de Politie, de Brandweer en den Havendienst, waaronder ver- scheidenen tevens bij een ziekenfonds zijn aangesloten, wer den 2215 consulten verstrekt tegen 3105 in het jaar te voren. Daarnaast zijn voor de behandeling aan huis 385 bezoeken afgelegd tegen 803 in 1918.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1191