35 43 54 27 39 44 60 75 47 31 27 30 42 64 74 27 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. ZIEKENINRICHTING. 1918. 4. Roomsch-Katholieke Ziekenhuis Diaconesseninrichting Roode-Kruis-Kliniek Inrichting voor Ooglyders Kinderziekenhuis Zuigelingenkliniek Regentesselaan. Zuigelingenkliniek Oranjeplein Aantal verpleeg- dagen per gemidd. patiënt. 1919. Maatschappelijk geneeskundig werk. Evenals in voorafgaande jaren is ook in 1919 bijzondere aandacht gewyd aan de verbetering van sociale toestanden in gevallen waar de verzorging van zieken tot een optreden in dien zin aanleiding gaf. Waar in de jaarverslagen over 1914 en 1915 reeds ver schillende voorbeelden ter illustratie van dezen arbeid zijn gegeven, voorbeelden, die ook voor dit jaar nog van toepassing zijn, mogen thans, evenals voor 1916,1917 en 1918 geschiedde, enkele gegevens worden verstrekt, die meer in het byzonder Na expiratie van den gestelden termijn wordt de lyder, indien niet reeds eerder ontslagen, in het ziekenhuis opnieuw onderzocht en dit onderzoek, onder het stellen van een nieuwen termijn, thans tot een maximum van vier weken, zoo vaak herhaald als er motieven zyn een verlenging van verpleegduur goed te keuren. Deze termijnen worden genoteerd op verpleegduurbewijzen, welke door de inrichtingen bij de nota’s aan het Burgerlijk Armbestuur worden overgelegd. Dit bestuur vindt dan daarin een middel zich binnen zekere grenzen van de juistheid der gevorderde bedragen te overtuigen. Blijkens de ook in het afgeloopen jaar opgedane ervaring werkt de maatregel inderdaad tot tevredenheid. De administratie voor de ziekenhuizen wordt er niet hinderlijk door bezwaard, terwijl met de inlichtingen der geneeskundigen van den dienst menige lijder met een geruster hart kon worden ontslagen of gemotiveerd langer in ver pleging gehouden dan anders het geval geweest zou zyn. Het gemiddeld aantal verpleegdagen per patiënt verhield zich in de in aanmerking komende inrichtingen als volgt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1193