4
bezwaren waren ontstaan. De steeds toegenomen duurte van
al wat voor de uitvoering van den dagelijkschen dienst
noodig is, de stygende loonen, de verkorting van den werktijd,
zijn namelijk oorzaak dat de dienst, in plaats van zich te
kunnen ontwikkelen na zoo langen tijd aan banden gelegen
te hebben, integendeel telkens meer moet worden inge
krompen en de eisehen gedurig lager gesteld, teneinde de
ontstane lasten niet ondrageljjk te doen worden
Deze inkrimping is des te bez warender aan gezien de
normale verkeerstoestanden zich inmiddels weer hebben
hersteld, zelfs meer hebben ontwikkeld dan vóór den oorlog
en verder omdat ook de hoeveelheden der aangevoerde
afvalstoffen, welke geleidelik, doch vooral in 1918, zeer sterk
waren verminderd, reeds weer het peil van 1914 hebben
overschreden. Een en ander veroorzaakt in vergelijking met
de laatste jaren een niet onbelangrijke uitbreiding van werk.
Als gevolg van de hierdoor ontstane verhoudingen in de
organisatie en mede tengevolge van de steeds grooter wor
dende afstanden past het paardenbedrijf in geen enkel opzicht
meer en behoort derhalve hoe eer hoe beter te verdwijnen.
Zoodra de algemeene toestand zulks mogelijk maakte
werden dan ook pogingen in het werk gesteld om tot uit
voering te geraken van de d.d. 6 Januari 1919 door den
Gemeenteraad aangenomen plannen betreffende de reorgani
satie van dezen dienst. Nadat door den Gemeenteraad op 6
Januari een crediet van f 400.000.was toegestaan, wer
den 6 auto-sproeiwagens en 3 auto-veegmachines besteld,
als eerste gedeelte van een grooter aantal; de aflevering
dezer werktuigen wordt in het voorjaar 1920 verwacht.
Voorts werd aanleiding gevonden voor te stellen het ophalen
en vervoeren van huis- en straatvu.il in het Scheveningsche
gebied eveneens met automobiel-voertuigen te bewerkstelli
gen; hierop was op het eind van dit jaar evenwel nog geen
beslissing genomen.
Zooals hierboven werd opgemerkt moest de werktijd, nadat
die in het vorige jaar van 10 op 8*/2 uur per dag was terug
gebracht, opnieuw belangrijk worden bekort en werd deze
met ingang van 15 Juni gesteld op 45 uur per week,
38 VERSL. GEM. REINIG.-, ONTSM.-EN SCHOONMAAKDIENST.