38 12 VERSL. GEM. REINIG.-, ONTSM.-EN SCHOONMAAKDIENST. n a. 71 a. b. transport 370 werklieden, Verder zyn op dezen datum in tijdelijken dienst: bij den Reinigingsdienst124 bij den Schoonmaakdienst voor den dienst der lagere scholen136 in persoonleken dienst van concierges voor den dienst der overige gemeente- gebouwen125 werkvrouwen, terwijl bovendien in lossen dienst zijn bij den Reinigingsdienst ter completee- ring van de vaste bezetting 124 werklieden, b. by den Schoonmaakdienst als hulp bij de kachelverzorging tijdens de winter maanden gedurende 3 a 4 uur per dag Op 31 December 1919 zijn derhalve in het geheel aan dezen dienst verbonden 950 werklieden. Bij den Reinigingsdienst zijn dus op dien datum werk zaam 618 werklieden tegen 514 in 1918. Deze vermeerde ring is in hoofdzaak een gevolg van de invoering der 45-urige werkweek. Verder wordt dit aantal in het sproeiseizoen naar be hoefte uitgebreid ter voorziening in de benoodigde werk krachten voor het sproeien en voor den meerderen arbeid, welke des zomers aan de straatreiniging besteed moet worden. Overigens zijn gedurende het geheele jaar afwisse lend een aantal losse werklieden in dienst ter aanvulling van het incompleet, ontstaan door ziekte, verlof, werkzaam heden bij den Ontsmettingsdienst en dergelijke. b. Loonen en werktijden. De in April 1918 ingevoerde en daarna iedere maande voortgezette tijdelijke verkorting van den arbeidstijd werd in Juni 1919 gevolgd door de definitieve invoering van den 8-urigen arbeidsdag met een vryen middag per week. Aangezien in verband met de aan het onderhoud der straten gestelde eischen aan het geheele Reinigingspersoneel niet op Zaterdagmiddag vrij kan worden gegeven, is voor dezen dienst een wisselende vrije middag ingevoerd, zoodat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1281