38 1487 1539 1638 1280 1337 264 442 209 269 776 646 819 727 413 477 393 409 351 251 205 215 207 279 342 683 771 499 585 458 500 430 315 278 285 296 359 449 766 883 86 108 65 91 79 64 73 70 89 80 107 83 112 19 22 19 18 17 8 8 12 13 16 19 27 16 420 399 403 414 405 409 398 414 428 438 455 514 950 3) 8121 >)l 8834 7585 7652 8688 I 138812) 13393 6634 7295 j 5947 6372 5462 i I 2889 2753 4023 5489 6137 1907 1908 1909 1910 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 1918 2) i 1919 15 WERKLIEDEN. C. Gewone ziekte. Totaal. Jaar. gevallen. Aantal Aantal dagen. Ongevallen. Aantal dagen. Aantal gevallen. Aantal gevallen. I Ongevallen en ziekte. Onderstaande staatjes geven een overzicht van de voorge komen ziekten en ongevallen gedurende de j aren 1907/1919 en van de uitbetaalde ziekengelden en terugontvangen uit- keeringen van de Rjjksverzekeringsbank. De groote ver meerdering van het aantal ziektegevallen en dagen in ver- gelyking met 1917 (met 1918 is bezwaarlijk in vergelijking te treden omdat in dat jaar de Spaansche griep een bijzonder hoog ziektecijfer veroorzaakte) vindt zijn oorzaak in ver schillende omstandigheden alsuitbreiding van het aantal werklieden van den Reinigingsdienst, opneming vanaf omstreeks 1 Juli van het schoonmaakpersoneel, terwijl ook vanaf 1 Januari de betaling van ziekengeld aan de werk vrouwen in persoonlijken dienst van concierges door dezen dienst geschiedde. Op de verhooging der uitgekeerde be dragen zijn mede van invloed de voor het jaar 1919 ge golden hebbende verhoogde loonen. 6799 i 3153 i 3195 4232 5758 i 6913 I 8042 13062 12666 2i Het groote aantal ziektedagen in 1918 moet worden toegeschreven aan het heerschen van r Spaansche griep" en aan de regeling betreffende uitbetaling van ziekengeld aan losse werklieden. I 31 De ziekmelding der werklieden van den Schoonmaakdienst loopt eerst sedert 1 Juli over fenon dienst. 11 In 1907 en vorige jaren werden de Zondagen als ziektedagen medegeteld. Aantal I werk lieden. Gemiddeld aantal Aantal I ziektedagen dagen. per man.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1284