i 38 55 Uitvoering. Zooals reeds werd vermeld vorderde het optreden van vlek typhus in onze gemeente bijzondere maatregelen. De eerste gevallen hier ter stede deden zich voor bij twee in het Tehuis voor Onbehuisden opgenomen personen, zoodat onverwijlde afzondering van alle daar vertoevende personen ten getale van 78 werd geëischt. Hiervoor moest in allerijl het nog nauwelijks aan de gemeente overgedragen Engelsch Militair Hospitaal worden ingericht. Door te beschikken over personeel van den Reinigingsdienst konden de lokalen in enkele uren ontruimd en schoongemaakt worden voor de nieuwe bestemming, terwijl door personeel der werk plaatsen van dien dienst de noodige veranderingen werden aangebracht. Van den aanwezigen, door de gemeente over genomen voorraad lijf- en beddegoederen werd geprofiteerd om ook de kleeding der geïsoleerden, nadat dezen een bad hadden genomen, te ontsmetten. In het geheel werden van 23 Februari tot 26 Maart achtereenvolgens 177 personen afgezonderd, terwijl 6 ge zinnen in hunne woning werden geïsoleerd. Van de 177 afgezonderde personen werden er 2 later als lijdende aan vlektyphus naar Houtrust overgebracht, zoomede een persoon als vermoedelijk Ijjdende aan deze ziekte. Voorts werden in verband met het vlektyphusgevaar de volgende maatregelen genomen Door de politie werd streng toezicht gehouden op nacht- verblijvers in slaapsteden, logementen en politiebureaux, terwijl de controle op verdachte personen door den medicus adviseur van dezen dienst werd uitgeoefend. Aan de burgerij werd eene waarschuwing gericht, waarin o.a. gewezen werd op het gevaar der kleerluis, terwijl een ruime gelegenheid tot ontsmetting werd opengesteld, waarvan druk gebruik is gemaakt. Ook was door Burgemeester en Wethouders aan de Schoolhoofden opgedragen om kinderen, die met luizen waren behept, onmiddellyk van de school te verwijderen, waarna ontsmetting der kinderen en van hun omgeving plaats vond. Eveneens werden de politie- UITVOERING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1324