38 68 SCHOONMAAKDIENST. in en onvoldoende reinheid van de lokalen voor een groot deel toe te schrijven. Ondanks deze moeilijkheden is geleidelijk een min of meer vaste regeling verkregen, die op het volgende neer komt. De werklieden melden zich des morgens bij het begin van den werktijd aan de 15 posthuizen van den veeg- dienst, waar hun aanwezigheid wordt gecontroleerd en afwezigen worden vervangen. Ter voorkoming van stag natie in de werkzaamheden geschiedt deze vervanging in eerste instantie door werklieden van den Reinigingsdienst, terwijl bij langeren duur der afwezigheid hierin op andere wijze wordt voorzien. De verdere controle in den loop van den dag geschiedt aan de schoolgebouwen. Nadat in September in iedere school, als aanvangsmaat- regel, een werkman was geplaatst, bleek al spoedig, bij het begin der stookperiode, dat de werktijd van dezen, althans in de groote scholen en zelfs bij zeer gematigde eischen, ten eenenmale onvoldoende was. Vandaar dat het noodig werd om in die scholen gedurende 2 a 3 uren per dag hulp te geven; in de kleinere scholen daarentegen kon deze achterwege blijven. Het bleek ook niet mogelijk den aanvankelijk vastge- stelden werktijd, waarbij het begin en het einde in het be lang der werklieden zoo dicht mogelijk bij elkander waren gebracht, te handhaven, zoodat die meer naar buiten de schooluren moesten worden verschoven, ten einde ieder uur meer productief te maken en meer in het bijzonder aan de lokalen ten goede te doen komen. Alzoo werd op het laatst gewerkt van 610 en van 3—7 uur, met dien verstande dat op vrije schoolmiddagen des namiddags gewerkt wordt van 15 uur en op Zaterdagen van 124 uur. De vrije middag kon uiteraard niet op Zaterdag vallen en werd daarom ge steld op Vrijdag, hetgeen echter ook weer niet mogelijk was zonder te voorzien in het aanhouden der kachels van die scholen, welke des avonds nog weer voor allerlei andere doeleinden gebruikt worden. Het behoeft wel geen vermel ding, dat dit gebruik bovendien tal van andere voorzienin-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1337