42 19 clusief eenige winkels, eenige pakhuisjes enz.), maar is zeker niet zonder meer gerechtigd, gesteld al dat zij zich op dien weg zou willen begeven, om eenige woningen later, bij gebleken behoefte om te bouwen tot b.v. een fietsenreparatie-inriehting, een banketbakkerij, een drukkerij, een behangers- en meubelmakerswerkplaats, een koffiehuis, een volkseethuis, een logement, een bioscoop of welk ander bedrijf men in een kleine pro vinciestad of meer belangrijk dorp aantreft; om van den bouw van een kerk of een kleinen schouwburg niet eens te spreken. Nu ontveinzen wij ons geenszins, dat stadswijken als deze, al hebben zij denzelfden omvang, niet geheel met kleine provinciesteden of grootere dorpen op een lijn kunnen worden gesteld. De laatste zijn vaak markt plaatsen, zij hebben een achterland, dat bestaan van meenig bedrijf mogelijk maakt en dat onze nieuwe stads wijken missen. Maar desniettemin lijdt het geen twijfel of de eigen behoeften van een bevolking van 10000 zielen zijn reeds op zich zelf van dien omvang, dat zij ver schillende kleine bedrijven een bestaansmogelijkheid bieden, terwijl omgekeerd vaak die kleine bedrijven voor de betrokken wijk bijna onontbeerlijk zullen blijken. In welk een toestand komt nu een stadsdeel ongeveer geheel vol gebouwd met niet aan hun bestemming te onttrekken woningen? Zelfs wanneer zij voorzien wordt van een compleet stel openbare gebouwen, zal zij iets kunstmatigs blijven behouden; zij is niet gegroeid, zij is er in haar geheel in den vorm van groepen woningen plotseling neergezet; zij kan geen eigen leven en bedrijvigheid ont wikkelen; zij kan zich wegens de onveranderlijke be stemming dier gebouwen niet aanpassen aan gebleken behoeften; in één woord, zij wordt geen organisch geheel. Voor alles en nog wat moeten de bewoners zich ver plaatsen naar de oudere stadswijken en als van zelf VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1393