L 42 30 bassins, naar aanleiding van liet feit, dat zijn achtjarig zoontje, dat steeds gezond was geweest, na 2 maanden zwemonderricht, ziek werd, n.l. eene aandoening kreeg van neussljjmvlies en darmtractus, die naar hij meende verband kan hebben met het zwemmen. Baginsky spoorde nog een 4 tal dergelijke gevallen op, maar verzuimde, zooals Hilsum opmerkt, aan te toonen, dat kinderen, die in open rivierbassins zwemmen, nooit eens last van verkoudheid en misselijkheid krijgen. Vanzelf spreekt het, dat men in overdekte zwembassins dezelfde nadeelen ondervindt, als overal waar vele menschen in afgesloten ruimten bijeen zijn; onzuiver heden van water en luchtbederf. Daartegenover kan men door goede ventilatie, goede verlichting, zorg dragen, dat deze nadeelen zoo gering mogelijk zijn. Een voordeel is verder, dat het water, door Nortonpompen verkregen, veel zuiverder is, dan eenig water, zooals het rivierwater, dat men iu vele ge meenten van ons land bezigt, of bet zeewater, zooals wij dat te Scheveningen kennen. Onze indruk weergevende van het bezoek aan de zwem en badinrichting aan de Mauritskade, meenen wij te mogen vaststellen, dat de inrichting van bassins en baden, de watervoorziening en waterverversching geen aanleiding geven om daarvan vermeerderde gevaren voor besmetting te duchten. Van de genoemde gevallen van besmetting is er geen enkel, dat vaststaat een gevolg te zijn geweest van het gebruik maken van dit bassin. Genoemd rapport werd aan den Hoofdinspecteur van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid aangeboden, met de mededeeling, dat aan de Directie der Bad- en Zweminrichting een schrijven was gericht, o.a. in over weging gevende, om de inrichting zoodanig te wijzigen, dat het zwembassin vanuit de kleedkamers alleen zou VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1404