8 VERSLAG VEREEXIGING VOLKSBAD. Personeel. Namens het Bestuur: J Het personeel vervulde zijn taak met ijver en toewijding. De reserve-badmeester H. Witmus werd op verzoek eervol ontslagen en vervangen door J. Broek. Dr. E. Ruijsch, Voorzitter. A. M. Ruijsch—Douwes Dekker, Secretaresse. Naar aanleiding van een schrijven van Burgemeester en Wethouders, in verband niet een verzoek van de Com missie van toezicht op de Gemeentelijke Sehoolbaden, om ter bevordering van liet geregeld baden van gemeentewege meerdere hulp te verschaffen en assistenten aan te stellen, gaf het Bestuur na ampele bespreking als haar meening te kennen, dat de aanstelling van meer hulppersoneel zeer gewenscht was, al meende zij, dat de mogelijkheid niet was uitgesloten, dat bij meerdere medewerking van het onder wijzend personeel, deze hulp ontbeerd zou kunnen worden. Niettemin verklaarde het bestuur zich bereid, indien Burge meester en Wethouders tot de aanstelling daarvan over zouden gaan, daarvoor geschikte en welwillende personen op te sporen. gebruik gemaakt; het gemiddeld aantal van 15,5 baden is nog 2,2 minder dan dat aan de inrichting aan de Hemster- huisstraat; wat dus daarover vroeger werd gezegd is in nog sterkere mate op dit badhuis van toepassing. Opvallend is voorts het groote verschil tusschen meisjes en jongensbaden; maar toch loopen de aantallen daarvan zeer weinig uiteen: (b.v. Hemsterhuisstraat 1918: 16.642 jongens en 16.284 meisjes; 1919, 21.893 jongens en 21.557 meisjes); ook dit verschil kan worden toegeschreven daar aan, dat de aandacht niet genoeg op de baden wordt ge vestigd. De exploitatie leverde een verlies op van f 10.074,45; vergelijking met het vorig jaar is niet mogelijk, daar de inrichting eerst op 1 Juli 1918 werd geopend.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1448