2 tot zijn opvolger. In de algemeene vergadering van 11 Juni werden de heeren Mr. J. A. N. Patyn, Jhr. Mr. G. C. von Weiler, Jhr. Mr. R. Feith en Jhr. A. van Lennep benoemd tot lid der Vereeniging en wenden de twee laatsten bereid gevonden zitting te nemen in het Bestuur. Eveneens mag als belangrijk worden vermeld dat voor het eerst sedert de oprichting der Vereeniging in het jaar 1919 het volle bedrag der huren is geind en er dus op 31 December 1919 geen huurschuld bestond. Zeer zeker een feit in aanmerking nemende het te innen bedrag van ruim f 86.000,waarop slechts weinige Vereeuigingen van soortgelijken aard zich kunnen beroemen. Hulde aan onze huurders en niet minder aan den opzichter G. J. Alink voor zijne onvermoeide zorgen. Dat het Bestuur die zorgen weet te waardeeren bleek uit de regeling van het salaris van den opzichter, hetwelk met ingang van 1 Juli 1919 werd bepaald op f 3.200,— en met ingang van 1 Juli 1920 op f 3.600,per jaar. Eene gedeeltelijke verhooging van een gedeelte der huren, waartoe reeds in 1916 besloten was, doch aan welk besluit met het oog op de drukkende tyden in 191" en 1918 geen gevolg werd gegeven, vond in het afgeloopen jaar plaats. De goedkeuring der betrokken huurcommissies werd op byna alle aanvragen verkregen, en, waar die niet verkregen werd, ging het Bestuur in beroep by den kantonrechter die, behalve in een enkel geval, het Bestuur in het gelyk stelde. Een dertigtal bewoners der huizen aan de Fahren- heitstraat teekende beroep aan bij den kantonrechter tegen den door de huurcommissie goed gekeurden huurprijs, doch zij werden in het ongelyk gesteld. Met het oog op de veranderde omstandigheden besloot het Bestuur het reglement der vereeniging, en in verband daarmede het reglement op het verhuren der woningen, te herzien en werd aan Mrs. R. Feith, van Eek en den secretaris opgedragen nieuwe reglementen te ontwerpen. Na dat aan alle leden een exemplaar der concepten was toegezonden, werden bedoelde reglementen in de buiten gewone ledenvergadering van 7 November vastgesteld. In het najaar besloot het Bestuur om, evenals zulks ten behoeve der werklieden in dienst der gemeente ’s-Graven- hage geschied was, aan de vaste werklieden der Vereeniging eene extra toelage te schenken en wel aan iederen gehuwden werkman een bedrag van f 200,— vermeerderd met f 20,— voor ieder kind beneden de 16 jaar en aan de ongehuwden ieder f 150, De ontvangsten bedroegen 1919 f89.082,03 (v.j. f85.817,31) en de uitgaven f 48.852.04 (v. j. f 47.020,79) waaronder een 48 VERSLAG V. H. BEST. D. VER. T. VERB. D. WONINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1450