58
12
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
tuinbouwers en visschers die uitsluitend verkoopen het
geen in hun onderneming is voortgebracht of gevangen,
ten slotte straatventers die niet tevens een winkel houden
en eenige nader aan te wijzen soorten van kleine handels-
lieden.
In het Register wordt opgenomen, indien de zaak aan
een koopman behoort, o.a. diens naarn, woonplaats, ge
boortedatum en- plaats, nationaliteit, handelsnaam der
zaak (firmanaam), bedrijf, gemeente en straat waar de
zaak gevestigd is, handteekening en paraaf waarmede hij
zijn stukken teekent. Voorts behoort aangifte te worden
gedaan van het bedrijfskapitaal der zaak, althans van de
klasse waarin het gerangschikt behoort te worden. Indien
er mede-eigenaren der zaak zijn, wordt ieders aandeel mede
opgegeven. Indien de zaak eene naamlooze vennootschap
is, dan wordt de benaming en plaats van vestiging opge
geven; het bedrijf dat de vennootschap uitoefent, de plaats,
waar zulks geschiedt, dagteekening der Staatscourant
waarin de oprichtingsakte is openbaar gemaakt terwijl
bovendien ten aanzien van iedere bestuurder en commis
saris opgave behoort te worden gedaan van bizonderheden
als naam, woonplaats enz,, zooals dit ten opzichte van den
eigen-zaak drijvenden koopman hierboven werd aange
geven. Indien de zaak aan een vennootschap onder firma
behoort, worden behalve de noodige bizonderheden over
de zaak zelve, eveneens ten aanzien van ieder der firmanten
persoonlijk, opgaven van de boven aangeduide bizonder
heden verlangd.
Bij een commanditaire vennootschap wordt het aantal
van de geldschietende vennooten opgegeven, hun nationa
liteit en het land hunner inwoning, benevens het bedrag
der door hen gezamenlijk ingebrachte gelden; ten opzichte
van commanditaire vennootschappen op aandeelen, coöpe
ratieve vereenigingen of vereeenigingen erkend ingevolge
de wet van 22 April 1855 worden analoge opgaven vereischt
als voor de naamlooze vennootschappen, behoudens de
veranderingen, samenhangende met den aard der hierge
noemde lichamen.
Voor inschrijving van filialen of bijkantoren gelden de
zelfde voorschriften als voor de inschrijving van de zaak
zelve zijn gesteld; bij de Kamer in welker gebied het bij
kantoor gevestigd is, moet tevens mededeeling van de
plaats van vestiging van de hoofdzaak gedaan worden en
van de daarop betrekking hebbende bizonderneden.
Indien de Kamer van Koophandel van oordeel is, dat
een inschrijving ten onrechte is gedaan, onvolledig of on
juist is, in strijd is met de openbare orde of goede zeden,