58 16 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. In de Januari-vergadering werden de in 1918 gekozen leden de heeren Van Heyst, Winter, Van Steenbergen en Maartens geïnstalleerd. De heeren H. Koppel en G. M. de Niet werden door de leden respectievelijk tot Voorzitter en plaatsvervangend Voorzitter gekozen. De Secretaris, die op 1 Juni ingevolge art. 18 van het Reglement op de Kamers van Koophandel en Fabrieken (Stbl. van 1896, No. 76), na het verloop van de vierjarige periode, waarvoor hij ge kozen werd, aan de beurt van aftreden was, werd herkozen. De uit het midden der Kamer benoemde Commissies werden als volgt samengesteld: Huishoudelijke aangelegenheden: Voorzitter, plaatsver vangend Voorzitter en Secretaris. Verkeer: de heeren Den Duik, Van Steenbergen en Van Heyst. Posterijen en Telegrafie: de heeren Borghols, later ver vangen door den heer Winter, Ten Hagen, Maartens. Verslag: de heeren Van Goch, De Niet en Winter, later vervangen door den heer Van Itallie. Belastingzaken en Tarieven: de heeren Den Duik, Ten Hagen en de Secretaris. In de Januari-vergadering werd door den Voorzitter de gebruikelijke redevoering over den toestand van handel en nijverheid in deze gemeente uitgesproken. De Voorzitter vond daarbij gelegenheid te herinneren aan de verdiensten van zijn, op 1 Januari 1919 afgetreden voorganger, wijlen den heer Sillevis, daarbij wijzende op de onpartijdigheid, waarmede de heer Sillevis de belangen van handel en nijverheid hier ter stede heeft behartigd en diens bekwame leiding der vergaderingen. Slechts korten tijd heeft de heer Sillevis van de rust, die hij zich na zijn arbeidzaam leven eindelijk wilde gunnen, mogen genieten. Op 12 April 1919 ontsliep hij ten zeerste betreurd door allen, die met hem hebben samengewerkt. De Kamer had in 1919 eveneens te betreuren het over lijden van haar, op 1 Januari 1919 afgetreden verdienstelijk oud-lid, den heer J. Michels. Met ingang van 1 Mei legde de heer Koppel den voorzittershamer neder en hield op lid der Kamer te zijn, wegens het metterwoon verlaten van Den Haag. Al werd de voorzitterszetel door den heer Kop pel slechts korten tijd ingenomen, hij heeft gedurende een reeks van jaren het onder-voorzitterschap bekleed; hij heeft als lid der Kamer in het geheel gedurende ongeveer een kwart eeuw met de hem kenmerkende energie voor de be langen van handel en nijverheid te dezer stede geijverd. Bij monde van den viee-voorzitter, de heer de Niet, werd hem hiervoor dank gebracht en namens leden en secretaris

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1481