58 19 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. rantsoeneering aangezien zeer groote gebruikers die vroe ger in het z.g. rabattarief konden vervallen en daardoor 12 tot 14 cent voor licht en 4 cent voor kracht per K.W.U. betaalden, thans in verhoogingen van soms meer dan 140 vervielen. Het rantsoeneeringsbezwaar verviel met de ver andering in de tijdsomstandigheden, terwijl ten opzichte van de tarieven een tegemoetkomende houding van het Gemeentebestuur werd ondervonden. Op een daartoe strekkend verzoek van Burgemeester en Wethouders werd onderzoek gedaan of er bezwaar zou bestaan, indien de beweegbare bruggen in deze gemeente 's nachts gesloten zouden blijven. De Kamer was van oor deel, dat zulks niet in het belang van het verkeer zou zijn en dat althans de bruggen tegenover de Nieuwe Haven en de Rijnstraat ’s nachts op verzoek geopend behoorden te worden eventueel tegen betaling, terwijl zij het in het belang van de groenteverschepers van het Westland achtte, dat ook de bruggen tegenover de Prinsegraeht, de Boek- horststraat en de Spinozastraat in verband met den afwis selenden waterstand door getij en spuien, des nachts op verzoek geopend zouden kunnen worden. Herhaaldelijk hield de Kamer zich dit jaar bezig met maatregelen door de Directie der Nederlandsche Spoor wegen genomen. Zij wendde zich o.a. tot deze Directie ter zake van het hooge staangeld geheven voor niet tijdig geloste waggons, waarbij zij er in het bijzonder op wees, dat de steeds algemeener wordende vrije Zaterdagmiddag, werkgevers dikwijls dwong, zeer tegen hun zin, het lossen uit te stellen. Ook de voortdurende vrachtverhooging voor goederen vervoer, de groote vertraging en de diefstallen bij dat vervoer en de naar het oordeel der Kamer te gering' aantal hefwerktuigen aan de stations te dezer stede gaven de Kamers aanleiding, zich tot de Directie voornoemd te wenden. In het bijzonder gaf de vrachtverhooging met 25 aan het einde van dit jaar de Kamer aanleiding er de aandacht op te vestigen, dat daardoor verhooging van verschillende consumptieartikelen in de hand zou worden gewerkt en dat men hier een illustratie had van het feit, dat de prijs opdrijving der artikelen niet in de eerste plaats een gevolg is van verhoogingen door de winkeliers. De slechte toestand, waarin het intercommunaal telefoon verkeer zich gedurende 1919 bevond gaf de Kamer aan leiding zich ter zake tot den Minister van Waterstaat te wenden. Met name de verbinding van Den Haag met Rotterdam en Amsterdam. Naar aanleiding hiervan deelde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1484