58 27 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. om klachten over te hooge prijsberekening te uiten, werd evenwel zeer weinig gebruik gemaakt. Als een andere poging om het contact tusschen leveran cier en consument te herstellen, kan de Haagsche Winkel week gelden, welke op instigatie van de Algemeene Winke- liersvereeniging in Den Haag, de R.-K. Vereeniging „De Hanze” en de Christelijke Middenstandsvereeniging in Juni werd gehouden. Het publiek ontving deze winkelweek over het algemeen sympathiek; de Burgemeester opende haar, het Gemeente bestuur en particulieren brachten straat versieringen aan, enz. De bedoeling, om een overzicht te geven van den gewij- zigden voorraad, kon, voor wat de levensmiddelen-branche betreft, gedeeltelijk verwezenlijkt worden; voor de andere artikelen slaagde men hierin in mindere mate en de voor naamste bedoeling, een prijsverlaging aan te kondigen, werd in verband met verschillende reeds eerder besproken factoren op economisch gebied, zoowel in binnen- als in buitenland, niet bereikt. Als een belangrijk streven zij hier gewezen op de, in vele opzichten met de belangen der Haagsche winkeliers samengaande, bevordering van Nederlandsch Fabrikaat. De eigen industrie leerde in den oorlogstijd vele buiten- landsche artikelen met vrucht vervangen. Deswege vooral maakte de Haagsche winkelier ook in 1919 van de Jaar beurs gebruik. In het centrum der stad werden tal van magazijnen uit gebreid en verfraaid. Het aantal winkels nam de jaren door toe; soms in ietwat overstelpende mate. De betrek kelijk lagere huishuren in de buitenwijken werkten het ontstaan van zaken aldaar in de hand. Tal van firma’s richtten om der concurrentie wille ook daar filialen of bijzaken op ook teneinde de concurrentie der coöperatieve winkels in de buitenwijken het hoofd te bieden. Vele winkeliers werden vaak verplicht om het perceel, waarin zij een zaak groot gemaakt hadden tot enormen prijs te koopen indien zij niet hun zaak wilden verliezen. In de gevallen, waarin zij niet tot aankoop konden be sluiten deed zich sterk het gemis voelen van een billijke vergoeding door den nieuwen eigenaar van een perceel aan den huurder te voldoen; immers de winkelier-huurder draagt somtijds zelf veel tot de waardevermeerdering van een perceel als winkelzaak bij en in zulke gevallen deed zich meermalen het gemis aan bindend recht ten aanzien van de winkelhuis-huurovereenkomst gevoelen. De bioseoop-uitbreiding deed bij voortduring op de beste

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1492