L 58 42 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. toegeschreven aau de duurte der materialen en voorts aan de hoogere arbeidsloonen. De prijzen oefenden evenwel geen merkbaren nadeeligen invloed op den omzet uit. Biet- en mandenwerk. Gedurende 1919 is de toestand van het manden- en rietenmeubelenbedrijf hier ter stede gun stig geweest. Hoewel de grondstoffen zeer duur waren, kon men over voldoende materialen beschikken. De stijgende arbeidsloonen maakten het fabrikaat nog duurder, maar er bleef voldoende vraag naar de artikelen bestaan. Kof f er fabricatie. De omzet was grooter dan het voor gaande jaar. De meeste grondstoffen benoodigd voor het bedrijf konden voldoende in ons land gekocht worden, be halve het materiaal hetwelk in hoofdzaak in Duitschland wordt gefabriceerd, zooals sloten en kofferbeslag. Arbeids- moeilijkheden kwamen niet voor. In *t laatst van het jaar kreeg men te kampen met concurrentie uit Duitschland door de lage marken. Duitschland verkoopt zijn koffers in Hollland tegen markenprijs en de sloten en het koffer beslag moeten in guldens betaald worden. Belanghebben den brachten deze voor de industrie ongewenschten toe stand onder de aandacht der Regeering. Kurkhout en kurken. Het jaar 1919 was een zeer ongun stig jaar, de meeste fabrikanten zaten met te dure grond stof die slechts niet verlies te verwerken was. Aanvankelijk was export nog mogelijk, later in het jaar was deze zoo goed als uitgesloten door de daling der vreemde valuta’s. Daal’ de meeste koopers in het binnenland zich zooveel mogelijk voorzien hadden van het geïmporteerde afge werkte product kurken, was er weinig vraag, vooral daar geen export van jenever plaats vond. Hoewel werkeloos heid voorkwam deed zich niettemin gebrek aan goede vak arbeiders gevoelen. De arbeidsloonen stegen in vergelijking met voor den oorlog met ongeveer 80 a 100 Aanvoer van grondstof was voldoende, slechts drukt de vracht zeer sterk daar deze vóór den oorlog f 1,98 per 100 K.G. bedroeg en nu f 8,50 per 100 K.G. gevraagd werd. Men uitte de meening dat de kurkenindustrie slechts tot bloei zou kunnen geraken, indien het invoerrecht op kurken 3 a 4 maal verhoogd zou worden, terwijl kurkhout, als grondstof onbelast zou moeten blijven en voor kurkkwar- tiers als zijnde half-fabrikaat een lager invoerrecht zou moeten worden bepaald dan voor kurken. Zonder deze bescherming vreest men dat de kurkindustrie geheel plaats zal maken voor invoer van het bewerkte product.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1507