I I I I fi I 46 Cacao- en chocoladefabrieken. Hoewel de export door de valuta-moeilijkheden bijna geheel tot stilstand kwam en deze industrie dus op afname in eigen land was aange wezen, zijn de resultaten over het afgeloopen jaar over het algemeen, speciaal wat de fabricatie van chocolade betreft, goed te noemen. Werkeloosheid kwam niet voor. De cacao-industrie heeft daarentegen te lijden gehad wijl al het geproduceerde, door het ontbreken van exportmoge- pier, enz.) die na de wapenstilstand waren verminderd ook in verband met de slapte in zaken werden en worden wederom geleidelijk grooter. Aanvoer van papier uit het buitenland geschiedt hoogst ongeregeld en is aan allerlei belemmerende factoren onderhevig. De Nederlandsche pa- pier-industrie vordert thans langen levertijd. De prijzen der grondstoffen, die in het begin van het verslagjaar neiging tot dalen vertoonden, liepen wederom op. De prijzen van het fabrikaat moesten aan het eind van het jaar wederom worden verhoogd, ook in verband met de belangrijk hoogere bedrijfskosten, die het gevolg waren van de inwerking treding van het nieuwe collectieve con tract in de grafische vakken. Op de vraag bleken deze verhoogde prijzen tot dusverre niet van storenden invloed. Export naar landen met sterk gedeprecieerde valuta wordt steeds moeilijken Die naar onze koloniën is levendig. Zeepfabricatie. Ook in het jaar 1919 had men met vele moeilijkheden in het zeepbedrijf tekampen. Tol de maand Mei was het verboden wegens gebrek aan olie, zachte zeep te fabriceeren. In de plaats hiervan werd harde kalizeep gedistribueerd. Deze zeep werd gefabriceerd van afval- vetzuren der margarinefabrieken. welke evenals potasch en kaliloog den bij het R.Z.K. ingeschreven fabrikanten werden beschikbaar gesteld. Verschillende fabrieken waren niet voor deze fabricatie ingericht en stonden stop. De verkoop van kleizeep en zeepsurrogaten, waarvan de fabri catie ook aan de bepalingen van het R.Z.K. was onder worpen, bleek een mislukking. Ook nadat de distributie bepalingen waren opgeheven en het fabriceeren van zeep weer vrij was, bleef het met den inkoop van grondstoffen sukkelen. Duitschland, eertijds de groote verkooper van potasch en kaliloog, had zelfs gebrek hieraan. Ook door de zeer hooge oliekoersen bleef de noteering van zeep bedui dend hooger dan voor den oorlog, hetgeen merkbaar strem mend op het verbruik werkte. Men achtte de vooruitzichten voor deze industrie niet bijzonder gunstig. 58 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1511