58 47 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Bierbrouwerijen. Wegens den lioogen bierprijs tengevolge van de stijgende productiekosten en de geringere consump tie in verband met den minder gunstigen eeonomischen toestand, werden de uitkomsten dezer industrie niet gun stig geacht. Azijnfabricatie. Gedurende het jaar 1919 heerschte er min der drukte in dit bedrijf dan gedurende de drie laatste jaren het geval was, vooral in het najaar en gedurende den winter was er slapte. Grondstoffen waren in voldoende mate beschikbaar, be halve rozijnen; de grondstoffen bleven echter nog te duur om met succes met andere exporteerende landen te kunnen concurreeren. Melkinrichtingen. In het afgeloopen jaar zouden, zonder de Regeeringshulp door middel van het Zuivelkantoor geen voldoende grondstoffen voor dit bedrijf te verkrijgen zijn geweest. Evenals vorige jaren heeft de regeering ten einde den verkoopprijs laag te kunnen houden een toeslag uitgekeerd. lijkheid, niet in Nederland geplaatst kon worden. Tegen het einde van het jaar moest dientengevolge de productie belangrijk worden ingekrompen. De weder meer op den voorgrond tredende concurrentie veroorzaakte vele moeilijkheden voor de kleinere fabrieken, die in den oorlogstijd door het gebrek aan andere genot middelen kans hadden gekregen zich te vestigen of vasten grond te krijgen. Vooral in de suikerwerkindustrie hebben vele dezer fabrieken hun kortstondig bestaan beëindigd. De suikerprijzen, die een ongekende hoogte bereikten, zijn mede oorzaak geweest, dat de consumptie van goedkoop suikerwerk belangrijk is gedaald. In hoeverre deze hooge prijzen (welke toegeschreven worden aan de vorming eener suikertrust) den ondergang van nog meerdere kleine suikerwerkfabrieken ten gevolge zullen hebben, zal de toekomst leeren. De hooge suiker prijs hield in ieder geval het verlagen van den verkoop prijs van chocolade en suikerwerk in het algemeen tegen en men uitte den wensch, dat in het belang van de industrie de Regeering maatregelen zou weten te treffen tegen het verder opdrijven der prijzen door de suikertrust. De meening van sommige voorstanders van den acht- urigen werkdag, dat de productie door deze arbeidsbekor- ting niet zou lijden, achtte men in deze bedrijven niet bewaarheid geworden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1512