69
22
VERSLAG OMTRENT HET MIDDELBAAR ONDERWIJS.
vorderingen der 5 leerlingen zijn aan-
3e. Leeraressen.
6 leerlingen zijn vrijgesteld van de gymnastieklessen op
een verklaring van den geneesheer.
Gedrag, vlijt en vorderingen der leerlingen gaven geen
aanleiding tot bijzondere opmerkingen.
2e. Kosteloos of tegen verminderd schoolgeld
geplaatste leerlingen.
In den cursus 1918—1919 ontvingen' twee leerlingen der
2e klasse kosteloos onderwijs. Ofschoon een van haar niet
bevorderd werd, behoefde de kostelooze plaatsing niet inge
trokken te worden.
Bij den aanvang van den cursus 19191920 zijn de leer
lingen kosteloos toegelaten tot de eerste klasse, tervfrijl 1
leerlinge op gunstige voorwaarden geplaatst is in de 2e
klasse.
Gedrag, vlijt en
van'kelijk voldoende.
Bij den aanvang van den cursus 19191920 werden tot
leeraressen aan de school aangesteld:
Mej. Ir. J. C. C. Postma, voor wiskunde.
Mej. Dr. J. W. P. Drost, voor geschiedenis, nederlandsche
taal en letterkunde.
Mej. W. E. Daubanton, voor fransehe taal en letterkunde.
Tot tijdelijke leerares:
Jonkvrouwe Mr. B. Elias voor staatswetenschappen.
Mej. B. F. van Nooten, voor boekhouden.
Mej. C. W. M. Köning, voor lijnteekenen.
terwijl Mej. J. A. A. van Vrijberghe de Coningh, tijdelijk
leerares in de engelsehe taal en letterkunde, eene vaste
aanstelling aan de school verkreeg.
Gedurende de ongesteldheid van Mej. J. A. van Nieuwen
burg, leerares in de wiskunde werden hare lessen van
12 Maart tot de Paasehvacantie waargenomen door Mej.
H. W. A. van Ollfen. Mej. Ir. O. B. van der Weide en Mej.
Dr. H. J. van Leeuwen.
Gedurende de ongesteldheid van Mej. A. E. de Corvet
werden de lessen van 12 Mei tot de zomervaeantie waar
genomen door Mej. H. U. P. J. Mussche en Mej. J. M. S. A.
II. van Nes, van de zomervaeantie tot 20 October en 1 De
cember tot voorloopig 1 Januari 1920 door Mej. W. E. Dau
banton.