69
41
VERSLAG OMTRENT HET MIDDELBAAR ONDERWIJS.
I. Industrieschool voor Meisjes.
Directrice: Mej. M. W. ARBEITER.
Op den len Januari 1919 bedroeg het aantal leerlingen:
in de le klasse 65, in de 2e klasse 49, in de 3e klasse 45,
terwijl bovendien 85 leerlingen aan de cursussen deel
namen.
Bij het einde van den cursus 19181919 telde de school in
de le klasse 58, in de 2e klasse 41 en in de 3e klasse 44 leer
lingen, terwijl de cursussen door 89 leerlingen bezocht wer
den en de voorbereidende cursussen door 27 leerlingen.
Van de schoolleerlingen werden bevorderd in Juli 1918:
van de le naar de 2e klasse 54 leerlingen, van de 2e naar
de 3e klasse 30 leerlingen, terwijl 35 leerlingen der 3e klasse
het einddiploma verwierven.
Van de cursusleerlingen slaagdèn in 19181919 voor het
schoolexamen boekhouden: 11 van de 15 geëxamineerden;
voor het examen van de vereeniging van leeraren in het
boekhouden: 1 van de 2 geëxamineerden.
Aan het examen van de Federatie van handels- en kan
toorbedienden in Nederland onderwierp zich 1 leerlinge en
slaagde.
Voor het Staatsexamen L.O. nuttige handwerken slaag
den alle 11 geëxamineerden.
V oor het eindexamen der school in het eostuuninaaien
kou aan 5 van de 7 geëxamineerden het diploma worden
uitgereikt.
Voor het eindexamen der school in lingerie slaagden alle
geëx am ineerden
Voor het eindexamen der school in waschbehandeling
slaagden alle 4 geëxamineerden.
De afdeeling „Hoogere Burgerschool met 4-jarigen cur
sus” aan welke bij Kon. Besluit van 14 September 1917 No.
71 subsidie uit ’s Rijks kas werd toegekend, rust alzoo op
een tweejarigen onderhouw. Uit het leerplan blijkt, dat de
le klasse dier afdeeling ongeveer gelijk staat met de 3e
klasse eener 5-jarige hoogere burgerschool als bedoeld in
art. 17 der Wet op het Middelbaar Onderwijs.
Het schoolgeld bedraagt f 150,per jaar.
Van de 7 leerlingen, die op het eind van den cursus
19181919 in de le klasse aanwezig waren, werden er 6 tot
de 2e klasse bevorderd; van de 7 der 2e klasse, 7 tot de
derde; tot de eerste klasse werden 4 toegelaten.
Met ingang van 1 September 1919 werd het onderwijzend
personeel aangevuld door benoeming van Mej. A. T. M.
Kramer tot leerares in de wiskunde.