72 2 Aan den heer Mr. H. A. Viotta, die in het eind van het jaar 1918 aan de Commissie zyn voornemen had kenbaar ge maakt om tengevolge van verschillende omstandigheden eerlang de leiding van het Conservatorium neer te leggen, werd bij besluit van Uwe Excellentie van den 8 Februari 1919, No. 37Oi afd. K.W. eervol ontslag uit zyne betrekking van Directeur van het Conservatorium verleend, zulks met ingang van 1 Mei 1919 met dankbetuiging voor hetgeen door hem in het belang van het Conservatorium werd verricht. De hierdoor ontstane vacature werd vervuld door de be noeming van den heer Dr. Johan Wagenaar te Utrecht, welke bij besluit van Uwe Excellentie van den 10 April 1919, No. 6i afd. Kab., met ingang van 1 September 1919, tot Directeur van het Koninklijk Conservatorium voor Muziek werd benoemd. Gedurende het tydvak van 1 Mei tot 1 September 1919, werd de leeraar Arnold Spoel met de waarneming van het Directeurschap en tevens met de leiding der Muziekgeschie- denis-klasse belast; voor dit zelfde tijdvak werd aan de leeraren C. D. Oberstadt en A. P. Spoor, resp. de leiding der samenspelklasse voor piano en strijkinstrumenten en der orkestklasse opgedragen. De heer Hugo van Dalen, tijdelijk leeraar in het pianospel verkreeg by Ministerieel besluit van 4 Februari 1919, No. 440 afd. K.W., eene vaste aanstelling te rekenen vanaf 1 Januari 1919, op eene bezoldiging van f 2400,per jaar. Aan de leeraren D. P. W. van Emmerik en F. W. Gaillard werd op hun verzoek, de eerste in verband met zyne aan stelling als lid van het orkest te Christiania, de tweede in verband met zijne drukke werkzaamheden aan het Concert- gebouw orkest te Amsterdam, eervol ontslag gegeven by Ministerieel besluit van den 25 Juli 1919, No. 2814, afd. K.W., resp. met ingang van 1 October en 1 September 1919. De hierdoor ontstane vacaturen werden vervuld door de benoeming tot tijdelyk leeraar van de heeren J. H. Stotyn en L. L. Boer, op door Uwe Excellentie in afwachting van de tot standkoming eener definitieve salarisregeling, voorloo- pig goedgekeurde jaarwedden van resp. f 1200.en f 1500.—. De sedert Augustus 1913 aan het Conservatorium ver bonden tydelyke leeraar in de Hoogduitsche taal, J. W. Wee- huizen, overleed den 11 December 1919. Het door de Commissie van Toezicht in het vorige jaar by Uwe Excellentie aanhangig gemaakte voorstel tot ver betering van de salarissen van eenige leeraren van het Conservatorium, heeft in het afgeloopen jaar haar beslag B. Onderwijzend- en dienstpersoneel. VERSLAG CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1725