72
Gulikde
van
de
heer
E.
A.
de
dames
I
D. Staat van het onderwys.
De groote uitbreiding, die het Conservatorium in den loop
der jaren onderging en de eischen die de moderne tyd aan
musici stelt, noodzaakten de Commissie van Toezicht om
er voor zorg te dragen, dat het onderwijs aan het Conser-
Door 35 leerlingen uit de hoogste klasse werd aan min
gevorderden les gegeven.
Van de 343 ingeschreven leerlingen betaalden 262 school
geld; de overige ontvingen kosteloos onderwijs.
Van elders kwamen 69 leerlingen, namelijk uit Leiden 13,
Delft 14, Rotterdam 6, Gouda 3, Rijswijk 5, Hof van Delft 3,
Gorinchem 1, Hilversum 1, Zwolle 3, Haarlem 1, Arnhem 3,
Hillegom 2, Utrecht 1, Bennekom 1, Soest 1, Bergen op
Zoom 1, Loosduinen 1, de Lier 1, Voorburg 2, Groningen 1,
Dordrecht 1, Schiedam 2, Breda 1 en Velp 1.
In den loop van het jaar 1919 verlieten 89 leerlingen
om verschillende redenen het Conservatorium, daarvan
namen 41 leerlingen deel aan het eindexamen, waarvan er
31 slaagden, te weten:
Voor piano (onderwijskunst): de dames A. H.
Jansen, E. C. van Oorschot, J. H. Wouters, M. G. Huygens
(met lof), J. C. Blankwaardt, S. T. A. van der Hoop en M.
Overkampde heerenW. B. Kremer, J. B. G. van Cleeff
en J. C. Berkhout.
Voor piano (solospel): de dames E. R. Dompeling,
E. M. E. Meijer geb. Oerlemans (met lof), en Jkvr. J. C.
Stoop; de heer M. W. van der Pas (met lof).
Voor viool (onderwijskunst): de dames J. A. van
Greuningen en J. S. ten Brummeler; de heeren P. T. de
Graaf en A. Fehrenbach.
Voor viool (solospel): mej. G. M.
heeren G. Rietveld en J. G. M. Stordian.
Voor violoncel (onderwijskunst):
Noordhof.
Voor violoncel (solospel): de heer J. C. Haack
(met lof).
Voor zang (onderwijskunst):
Scheepmaker en J. Th. Modderman.
Voor zang (solozang): de dames A. Perizonius en
C. C. B. M. Muskens geb. Sleurs.
Voor clarinet (solospel): de heer W. F. Hascher.
Voor fluit (solospel): de heer W. A. P. van Hoek.
Voor contrabas (orkestspel): de heer C. H. Hellings.
Voor harp (solospel): mej. G. W. Weilers.
6
VERSLAG CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK.
II.
