74 16 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. Het oordeel der sub-Commissiën over ijver, plichtsbe trachting en geschiktheid der hoofden was ook dit jaar de scholen aan den Westduinweg 127, de Kepplerstraat 301 en de Gabriël-Metsustraat 2. Met betrekking tot de verwisselingen van het overige personeel wordt verwezen naar de Algemeene Tabel (Letter D.) Het oordeel der hoofden over de wijze, waarop de leden van het onderwijzend personeel hunne taak vervullen, is over het algemeen gunstig. Op de desbetreffende vraag in het jaarverslag der hoofden treft men als antwoord meer malen aan, dat het personeel zijn taak „op loffelijke wijze”, „met ijver en toewijding”, „met bijzonderen ijver” vervult. Tegenover deze gunstige beoordeelingen staan echter enkele minder gunstige. - Het hoofd der school aan de Ammunitiehaven 10 schrijft: „Het personeel vervulde met matigen ijver zijn taak. De dure tijden en de onvoldoende salariëering werken niet in de hand, dat men met élan zijn taak verricht. Bijwerken van leerlingen, enz. geschiedt zoo goed als niet.” Het oordeel van het hoofd der burgerschool aan de Waal straat 32 luidt: „IJver en toewijding van de leden van het personeel loopen zeer uiteen: van zeer goed tot twijfel achtig toe. Wanneer ook in de laagste klassen gezorgd wordt voor een gepaste hoeveelheid schriftelijk werk en een zorgvul dige correctie, dan kan men onmogelijk te allen tijde klok slag 4 uur de school verlaten, tenzij men het werk thuis naziet.” Het oordeel van het hoofd der school aan de Lepelstraat 6 luidt: „Het meerendeel der leden van het personeel vervult zijn taak met veel toewijding. Enkelen bepalen zich tot het strikt noodige.” Het hoofd der school aan de Duinstraat 55 bericht: „Allen vervullen hun taak met voldoenden ijver en toewijding, enkelen met een groote mate van plichtsbetrachting. Aan correctie buiten den schooltijd wordt minder tijd en zorg besteed dan eenige jaren geleden.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 1747