74
L
78
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
III. Handwerkonderwüs.
In de Januari-vergadering van 1919 werd de aan de beurt
van aftreding zijnde Presidente der sub-Commissie voor
het Handwerkonderwüs, Mej. A. M. Mirandolle, als zoo
danig herkozen. De sub-Commissie ondervond weder eenige
wüziging door aftreding van enkele leden. Zoo werden
vervangen: Mevr. A. C. Haze winkel geb. Kroon door Mevr.
J. J. P. Borel geb. Uyttenhooven, Mevr. H. M. J. de Geus
geb. Gritters Doublet door Mej. W. J. C. Sehuylenburg en
Mevr. A. E. Knuttel geb. Roosenburg door Mevr. C. F.
Vermeulen van Kruiningen geb. Schwartz, terwyl Mevr.
M. J. Roelfsemav. Assen, die, aan de beurt van aftreding
zijnde, zich wegens drukke bezigheden niet herkiesbaar
stelde, vervangen werd door Mej. A. H. G. Surie.
Door Burgemeester en Wethouders werd bepaald, dat
vaste onderwüzeressen 2e klasse ter voorbereiding eener
benoeming niet genoodzaakt zijn proeflessen te geven, en
de hoofden der scholen aan de candidaten voor een vaca
ture aan hun school volstaan kunnen ter kennismaking
een bezoek te brengen op de scholen, waar zij werkzaam
zijn. De Dames der sub-Commissie behooren dan van deze
bezoeken op de hoogte gesteld te worden, opdat zij in de
gelegenheid zün, daarbij tegenwoordig te zün. Door de sub-
Commissiën werden de bezwaren tegen deze nieuwe rege
ling geuit, zijnde het tydroovende van deze bezoeken door
de groote afstanden en de verschillende dagen en uren,
waarop de lessen gegeven worden. Echter werd hierop door
Burgemeester en Wethouders geantwoord, dat de Dames
niet verplicht zijn deze bezoeken bij te wonen als de can
didaten haar bekend zün.
Al kleven er natuurlük gebreken aan het handwerk
onderwüs en zouden wü de resultaten ervan gunstiger
wenschen, toch gelooven wü niet, dat het de critiek ver
dient in het Voorloopig Verslag over de nieuwe Lager
Onderwüswet van Minister de Visser erop uitgeoefend.