74
131
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
’s-Gravenhage, 2 April 1919.
Aan
de Plaatselijke Commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs.
In beleefd antwoord op Uw schrijven, d.d. 18 Febr. 1919,
Ag. N°. 4271/117, Afd. O., hebben wij de eer, Uw College
mede te deelen, dat wij met het oog op de plannen tot re
organisatie van het Herhalingsonderwijs, aan de Afd.
Onderwijs in bewerking, geen bezwaar hebben tegen de
aanstelling als plaatsvervangend hoofd van den heer
Burgemeester en Wethouders
van 's-Gravenhage,
(w.g.) J. Patijn,
De Secretaris,
(w.g.) M. van Reenen.
Met het oog op plannen tot reorganisatie van het her
halingsonderwijs ligt het in onze bedoeling, de vervulling
dezer vacature voorloopig niet te bevorderen.
Aangezien aan deze school evenwel tot heden niemand
is aangewezen, om als plaatsvervangend hoofd op te treden,
komt het ons gewenscht voor, tot zoodanige aanwijzing
alsnog over te gaan. Wij meenen, zulks in overeenstemming
met het advies van den Schoolopziener in het Arrondisse
ment ’s-Gravenhage II, dat in aanmerking komt R. W.
Heemstra, die het grootst aantal dienstjaren als onder
wijzer in vasten dienst aan genoemde Herhalingsschool
heeft volbracht.
Overeenkomstig artikel 16 der Verordening voor de open
bare Herhalingsscholen (Verz. N°. 5 van 1902) hebben wij
de eer U te verzoeken, ons Uw advies omtrent deze aange
legenheid te doen toekomen.
N". 1506.
Onderwerp: Aanwijzing
plaatsvervangend hoofd
Herhalingsschool Rijs-
wjjkscheplein.