Bijlage SO
van
een
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders van
Botterdam, ’s-Gravenhage, Arnhem en
Groningen.
VERSLAG van de examens voor de Akten
Onderwijzeres en Hoofdonderwijzeres aan
Bewaarschool, af genomen in het jaar 1919, door
de Gemengde Commissie voor Bewaarschool-
akte-examens, voor de gemeenten Rotterdam,
’s-Gravenhage, Arnhem en Groningen.
De Gemengde Commissie voor Bewaarsehool-akte-
examens heeft de eer, U hierbij aan te bieden het verslag'
van de examens voor de akten van Onderwijzeres en Hoofd
onderwijzeres (akten A en B), gehouden in Juni en Juli en
in October 1919.
Samengesteld overeenkomstig art. 2 der Verordening op
deze examens, bestond de Commissie uit:
a. Mej. G. M. H. Dieben (’s-Gravenhage), Mej. P. M. Coté
(Rotterdam) en Mej. W. J. Schreuder (Rotterdam);
b. de Heeren C. W. Valken (’s-Gravenhage), J. M. Prins
('s-Gravenhage), J. Pouwer (Rotterdam), W. J. Rooden-
burg (Rotterdam), J. v. d. Sandt (Arnhem) en Mej. C. J.
Brouwer (Groningen);
c. de Heeren J. W. de Jongh (’s-Gravenhage), A. J. P.
de Beste (’s-Gravenhage). H. J. van der Kraan (’s-Graven-
hage), Mej. J. M. M. Berkemeier (Rotterdam), Mej. J. H.
('den Masman (Rotterdam) en den Heer H. Schuring (Rot
terdam).
Tot plaatsvervangende leden waren benoemd:
a. Mej. S. J. Haas (’s-Gravenhage);
b. de Heeren Dr. J. J. R. Moquette (’s-Gravenhage), L.
G. van Randwijk (Rotterdam) en Mej. H. van Krugten
(Arnhem);
c. de Heer W. H. Waanders (’s-Gravenhage), Mej. L. J.
Braam (Rotterdam) en de Heer H. J. Hijman (Rotterdam).
Burgemeester en Wethouders van 's-Gravenhage hadden
'Ie Heeren J. W. de Jongh en A. J. P. de Beste respec
tievelijk tot Voorzitter en Secretaris der Commissie be-