SO
2
VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.
de
en
Zingen: de Heeren Roodenburg en
de
t
de Heer
A.
B.
C.
D.
noemd. Tot Vice-Voorzitter koos de Commissie den Heer
H. J. van der Kraan.
De Sub-Commissiën werden samengesteld als volgt:
Taalopstel: de Heeren Pouwer en Valken.
Rekenen: de Heeren Schuring en Prins.
Paedagogiek: Mej. Coté en de Heer van der Kraan.
Teekenen en Schrijven: Mej. Schreuder en de Heel
de Beste.
De leden der Commissie en de vakken werden over
volgende groepen verdeeld:
I. Lezen: de Heeren Pouwer en Valken.
II. Rekenen en Natuurkennis: de Heeren Schuring
Prins.
III. Spreken en
Beste.
IV. Fröbelleer en Paedagogiek: Mej. Coté en
van der Kraan.
V. Fröbelles: Mej. Brouwer en Mej. Schreuder.
VI. Spelen: Mej. Uden Masman en Mej. Dieben.
VII. Vertellen: Mej. Berkemeier en de Heer v. d. Sandt.
Voor het examen voor de akte B verviel de Sub-Com-
missie voor het rekenen en was de samenstelling der groe
pen als volgt:
I. Lezen en Letterkunde: de Heeren Pouwer en Valken.
II. Schoolhygiëne: de Heeren Schuring en Prins.
III. Spreken en Zingen: de Heeren Roodenburg en de
Beste.
IV. Fröbelleer en Paedagogiek: Mej. Coté en de Heer
van der Kraan. 1)
V. Fröbelles: Mej. Brouwer en Mej. Schreuder.
VI. Spelen: Mej. Uden Masman en Mej. Dieben.
VII. Vertellen: Mej. Berkemeier en de Heer v. d. Sandt.
Ieder examen werd voorbereid in de door het Reglement
voorgeschreven vergaderingen, die gehouden werden op
31 Mei en 6 Juni voor de akte A en op 17 en 24 September
voor de akte B.
Bij beide examens, A en B, golden voor de toelating de
volgende regelen, vastgesteld door de Gemengde Commissie
in 1916 en goedgekeurd door Burgemeester en Wethouders
van Rotterdam en door Burgemeester en Wethouders van
’s-Gravenhage:
„Toegelaten worden zonder stemming:
zij, die voor elk der vakken van de drie groepen ten
minste het cijfer 6 hebben behaald.
1) Door ziekte van den voorzitter, den Heer.de Jongh, moest de Heer van der
Kraan diens functie gedurende het mondeling examen B waarnemen en trad
Mej. Haas op als examinatrice in deze groep.